zaterdag 25 oktober 2008

Bouwen in de stad

Weekend in Buenos Aires. Ik wordt wakker en zet hard muziek aan. De zaterdag gaat gevierd worden. Alweer een week geleden plaatste ik mijn laatste bericht. Aangemoedigd door het grijze weer kruip ik achter m'n computer. Het is de week waarin alles vanzelfsprekend begint te worden. Ik ken de stad inmiddels, en de Argentijnen kennen mij. Half slapend stap ik 's morgens in de trein om naar m'n werk te gaan. Dit werk begint al aardig te wennen en bevalt dan ook een stuk beter dan de eerste week. De ontoegankelijkheid van enkele Argentijnse collega's waar ik tegen opliep in het begin blijkt een taal en cultuur probleem te zijn. Ze spreken engels als het moet maar voelen zich hierbij soms hoogst ongemakkelijk. Het knaagt aan hun Argentijnse ego om in het bijzijn van collega's in gebrekkig engels uit te leggen wat er moet gebeuren. Een extra reden om zo snel mogelijk spaans te leren. Op verzoek werk ik nu van maandag tot en met donderdag zodat ik de vrijdag aan het studeren van spaans kan besteden.

Uitzicht + slaapplek La Lucila
Op mijn laatste werkdag van deze week word ik meegenomen naar een project in uitvoering. In het centrum van Buenos Aires betreden we een groot pand dat wordt omgebouwd tot een luxe appartment. Er lopen zo'n tien bouwvakkers rond die dit bezoek kleur zullen geven. Het is een levend schouwspel waarin iedereen zijn rol speelt. De man met het te korte t-shirt waakt over het touw met de emmer. Hier wordt om de tien minuten puin mee afgevoerd. Aan z'n gezicht is af te lezen dat hij van deze dankbare klus een ontspannen dagtaak heeft gemaakt. Even verder op is een indiaan bezig de drilboor te repareren terwijl twee collega's op afstand nietszeggende instructies geven. Deze bouwvakkers zijn ongetwijfeld allen Argentijn maar verschillen allen van uiterlijk. Voor een naive buitenstaander als ik lijkt de rootst hun oorsprong te vinden in Italie, Peru, Turkije, Spanje en Argentinie. Terwijl ik het T-shirtje met opdruk bestudeer van de dikke stucadoor overlegt mijn collega druk met de airconditioning specialist. Tijdens dit onverstaanbare gesprek bestudeer ik de bouwtechnieken van het bouwteam dat zich bijzonder goed zou laten lenen voor een Argentijnse variant van - het roer om, in Argentinie staat een huis - of een willekeurig ander televisieprogramma bestemd voor mensen die weinig in hun eigen huis veranderen. Aangekomen op de eerste verdieping van het pand zijn de bouwvakkers zonder bilspleet bezig om een - één meter lijn - op de wanden af te tekenen. Verrast kijk ik naar de tuinslang die wordt gebruikt. Maar natuurlijk; de wet van de communicerende vaten. Het waterpeil in de tuinslang wordt gebruikt om de benodige één meter lijn af te tekenen op de wanden. Ik herinner me een foto uit Afrika waar men tijdens het bouwen een bankbiljet gebruikt voor het verkrijgen van een negentig graden hoek. Misschien had ik dit niet moeten vertellen aan de architecte gezien ze verontwaardigd de vergelijking tussen Afrika en Argentinie om zeep helpt zonder te begrijpen dat dit niet de intentie van mijn verhaal was. Zo'n verhaal vertel je aan een vriend en niet aan een trotse Argentijn, ik had beter moeten weten. Nadat ik geconcludeerd heb dat ze hier nog nooit van - voorstrijkmiddel - gehoord hebben verlaten we de bouwplaats om op kantoor weer achter onze computers te kruipen.

Treinstation La Lucila
Na het werk op donderdag spring ik de trein in voor een feestje. We gaan naar - after offix -, een feestje in club Europeo. We worden welkom geheten door een saaie Belg en ik realiseer me dat de naam van de club representatief is voor het publiek: een partij saaie Europeanen vergezeld door - gezellige - Argentijnen. De biertjes smaken er niet minder om en van de fantastische locatie, een grote patio omgeven door klassieke gevels, wordt dankbaar gebruik gemaakt door de VJ. Rond middernacht moet ik nodig de trein pakken gezien ik nog steeds buiten het centrum verblijf. Ik ben nog geen tien minuten thuis of ik wordt opgepikt door Juan om nog een paar biertjes te doen in de plaatselijke kroeg. Ik vergeet de Argentijnse context door mee te zingen met - Satisfaction - van de Stones en hetzelfde bier te drinken als in Europa. We weten de kroeg te verlaten net voordat de laatste kroeggangers uit pure wanhoop elkaar maar proberen te versieren.

Zoals gepland studeer ik spaans op de vrijdag en tref ik 's avonds voor de eerste keer mijn spaans docente. Ik moet nog veel leren en oefenen, maar ik heb er vertrouwen in. Op de vrijdag krijg ik te horen dat ik maandag kan - verhuizen - naar een tijdelijk appartement. Een enorm huis in de mooie wijk Recoleta eigendom van de familie van een vriendin. Ze gaan het verkopen en tot die tijd kan ik er in wonen. Ik heb er zin in, m'n eerste eigen plek in deze wereldstad. De tijd in La Lucila, een wijkje buiten de stad waar ik nu woon, zit er bijna op. Ik zal het uitzicht, de rust en mijn vriend Juan missen maar kijk uit naar m'n nieuwe plek in het centrum. Het weer wordt elke week warmer. De zonnige dagen zijn heerlijk en doen de stad bruisen energie en mensen. Het wordt een mooie lente in het centrum!


Zonnige dag in Buenos Aires
La Lucila

zondag 19 oktober 2008

Buenos Aires, Buenos Aires

Zaterdagmiddag in Buenos Aires. Na mijn eerste week werken en mijn zoektocht naar woonruimte in de stad vind ik eindelijk tijd om wat van me te laten horen. Ik heb nu al meer dan een week niets van me laten horen en dat knaagt behoorlijk. Blogstress zoals ze dat noemen. Zodra ik mijn eigen plek vind in de stad kan ik vaker wat van me laten horen, want geloof me, ik heb zoveel te vertellen dat ik geen idee heb waar ik moet beginnen. Tot nu toe is elke dag een avontuur. De Argentijnse trein waar ik onbewust ben ingestapt dendert voort en kent amper tussenstations.


Buenos Aires


Het is nu 16:15 in Buenos Aires en via skype krijg ik contact met Europa. Ik update mijn blog, Nederland en Oostenrijk zoeken het juist t-shirtje voor vanavond omdat de kroegavond al is begonnen. Het tijdsverschil voelt gek. Als 's avonds net mijn avondeten op heb, liggen sommigen van u al uren in bed te dromen. Het contact met Europa vertroebelt voor een kort moment, maar floreert nu gelukkig in het weekend.

De eerste week Buenos Aires was intens, inspirerend, onrustig, verontrustend, fascinerend, maar vooral ontzettend gaaf. Nadat ik in de eerste twee dagen zonder resultaat probeerde bij te komen van mijn reis. Bij aankomst was het ronduit overleven. Met al mijn bagage bewoog ik me moeizaam door de stad. Vermoeid had ik een vreemde perceptie van Buenos Aires. De vieze straten van mijn tijdelijke woonplaats (een Oostenrijkse coucsurfer genaamde Barbara) en de zwervende mensen langs de straat vormden niet het decor van een welkom zoals ik me dat had voorgesteld in mijn dromen. Ook de tweede dag kreeg ik weinig grip op de stad. Waar was ik terecht gekomen? Waar waren die hordes mensen die de tango dansten om het leven te vieren? Ik verbleef in het oude centrum van de stad. Prachtige plekken gecombineerd met de rauwheid van het stedelijke apparaat. Europese invloeden gecombineerd met plekken die aandeden als de derde wereld. Een buurt met veel vergane glorie. Zo waren de gevoelens de eerste twee dagen. Dagen waarin ik meer achter mijn computer zat op zoek naar een appartement, dan dat ik de tijd nam om de toeristische attracties van de stad af te gaan. M'n nieuwe leven had zo een vreemde start.


Het stadsleven

De derde dag werd ik wakker. Wakker van mijn reis, wakker in de stad waar ik nog vaak wakker ginger worden. Tijd om de eerste mensen te ontmoeten. Met mijn stadsgids probeerde ik mijn weg te vinden. Het grid waarop de stad is gebouwd domineert behoorlijk kan ik u vertellen. Alle bouwblokken heb - vanzelfsprekend - dezelfde maat (100 meter) wat niet bepaald ten goede komt van de orientatie. Als ik de weg vraag wordt alles uitgelegd in deze blokken. Iets is 12 blokken lopen in plaats van 6 minuten fietsen. Ik bezoek mijn eerste appartementen en kom er al snel achter dat het huren van woonruimte voor een Europeaan behoorlijk prijzig kan zijn. Alsof ik dat niet had kunnen verwachten. Buenos Aires, de stad, het leven, wat kwam ik hier ook alweer doen. Architectuur! In de eerste week trof ik Flavio, mijn huidige baas op zijn architectenbureau even buiten het centrum. Hij heette me van harte welkom in de stad en stelde voor om een week later te beginnen. Het lijkt gisteren dat hij me dit vertelde, maar ondertussen heb ik mijn eerste werkweek er dus al op zitten. Zijn hartelijke welkom is representatief voor de mensen in de stad. Een fijne cultuur, waar plek is voor nieuwkomers. Overal waar ik kom volgt er een kus met een warm welkom.


Kunstwerk, 's nachts gesloten, overdag geopend


De eerste week sliep ik dus bij Barbara, in die armoedige buurt waar ik eerder over vertelde. Een buurt die eigenlijk prachtig is als de zon schijnt zoals ik later die week zal merken. Op de tweede dag verzoekt Barbara mij vriendelijk het huis de dag erop te verlaten wegens miscommunicatie met een huisgenoot. Tijd om even te improviseren. Na een kort contact met Isabel, de Argentijnse architecte waarmee ik de eerste dag naar de kapper ging, verplaats ik mijn tijdelijke woonplaats naar haar appartement. Hier zal ik de rest van de week in de woonkamer eten, drinken, slapen en mijn zoektocht naar woonruimte voortzetten.

Samen met Isabel en haar broer Guillermo die ook in het huis woont is het een prachtige week. Er wordt veel gelachen, heerlijk gegeten en op de vrijdag wordt ik uitgenodigd voor een familiedinner. Ik strijk m'n overhemd en schuif 's avonds aan in de Argentijnse pizzeria. De integratie heeft de wind in de rug. Het restaurant is prachtig. Oude affiches van Tango helden, vergeelde tegels, gezellig tl-licht en een hoop kabaal. De argentijnen praten elkaar de oren van de kop en ik doe lekker mee. Ik moet zo snel mogelijk Spaans leren praten.. want hoewel er genoeg mensen engels spreken is het lastig communiceren. Inmiddels verbeterd m'n spaans met de dag. Essentieel gezien mijn engels in dezelfde mate verslechterd door het sjenglisch dat ze hier met mij proberen te spreken.


De avenida de 9 julio


In mijn eerste weekend verken ik de stad. Eindelijk kan ik de tourist uithangen. De e-mails voor woonruimte zijn na dagen van zoeken op het internet de deur uit, het is een kwestie van wachten. De stad lacht me tegemoet en eindelijk heb ik de rust gevonden om volop te genieten. De stadsdelen zijn totaal verschillend en werkelijk fantastisch. Oude gebouwen pronken met al het ornament dat ze hebben, de lelijke hoogbouw in aanbouw onderstreept de stedelijkheid. De Nederlandse ambassade heeft een prominente plek en semi-trots loop ik langs een kunstwerk dat gewijdt is aan onze koningin, natuurlijk op een oranje sokkel. De grootste straat van Buenos Aires, de avenida de 9 julio is de breedste weg die ik ooit heb gezien. Als idioten scheuren de Argentijnen over de 18-baanse autoweg. Of misschien zijn het wel 22 banen, ik heb eigenlijk geen idee. De tijd dat ik met m'n moeder door de Oost-Groningse polder reed lijkt even heel ver weg. Ik ben lyrisch en heb spontaan energie voor drie. 's Middags sta ik in de kerk bij de doop van een familielid van Isabel, 's avonds wordt er wederom gedineerd. De familie speelt een belangrijke rol in het leven van de Argentijnen. Het is onderdeel van een maatschappij waarin het collectief een veel belangrijkere rol speelt dan het individu. Als nieuwkomer is dit een enorm voordeel. Ik voel me al behoorlijk thuis in deze stad.

Daar waar doordeweeks de auto’s door de staat razen is het dit weekend uitgestorven in de straten. Iedereen zit binnen of is de stad uit. Het is heerlijk om door deze enorme stad. Ik laat me vertellen dat de hele zomer net zo vredig is als de zondagen in de lente. De zomer, die nu al te warm gaat worden, is het jaargetij bij uitstek om weinig te doen en zonder de aanwezigheid van auto’s eindelijk veilig door de stad te fietsen. Zaterdags worden we opgepikt door een vriend van Isabel om een klein dorpje genaamd Carlos Keen te bezoeken. We scheuren over de Argentijnse snelweg, betalen zo’n drie keer tol, vervolgen onze reis over onverharde wegen en tegen de tijd dat ik het idee krijg dat we op weg zijn naar de woestijn komen we aan bij het oude dorpje. Vergane glorie. Dit dorp floreerde ooit vanwege de aanwezigheid van het spoor. Het station staat er nog, maar nu de trein er al jaren niet meer rijdt is het uitgestorven. Ik ben belandt in een oude countryfilm en heb het idee dat er elk moment een cowboy uit een salon kan springen om ons te beroven. Op de achtergrond in mijn hoofd zet ik de soundstrack van – once upon a time in the west – aan. Ik loop door de straten en hoor de vogels fluiten op deze plek die op anderhalf uur rijden van Buenos Aires ligt. Ik denk aan mijn prachtige boek – honderd jaar eenzaamheid – van Gabriel Garcia Marquez. Dit zijn beelden die overeen zouden kunnen komen met de verhalen waarin hij schrijft over een dorp dat als bescheiden nederzetting begint en na jaren van groei in aanraking komt met het fenomeen trein. De trein die als een gevaarlijk monster opduikt vanuit het bos zie ik heel even voor me, de locals van Carlos Keen figureren zonder bezwaar. Tijdens onze heerlijke, gefrituurde – empanadas – bij een van de salons droom ik lekker verder. Later bezoeken we een biologische boerderij waar ze paddestoelen kweken. In langwerpige plastic zakken word stro gestopt die vervolgens in een warme ruimte wordt gehangen. Door het broeiende effect van de zakken groeien er paddestoelen uit de zakken. We verlaten dit vredige dorpje en keren terug naar het zonnige Buenos Aires. Gezien het ’s maandags een feestdag is wordt er niet gewerkt. Het is wederom uitgestorven in de straten en er wordt alles behalve gefeest. Ik bezoek deze dag twee appartementen, neem wat foto’s in de stad en zie uit naar mijn eerste werkweek die op dinsdag zal beginnen. Vandaag verplaats ik mijn tijdelijk huis van centrum naar – provincie – om tijdelijk bij Juan te gaan wonen. Juan is een couchsurfer die vlakbij mijn nieuwe werk woont en mij warm onthaald. We pakken zijn auto om een bed bij zijn ouders in een buitenwijk te halen en installeren deze een uur laten in zijn woonkamer. Deze woonkamer zal voor de rest van de week eveneens een slaapkamer zijn en is de plek waar ik op dit moment schrijf. De Argentijn die sprekend op Dave Grohl van de Foo Fighters lijkt is nu een avond al een nieuwe vriend. Hij kookt, verteld dat alles in het huis ook van mij is en geeft me mijn eigen sleutel.


Carlos Keen

Dinsdagochtend tien uur. Ik neem de trein naar mijn werk. Juan woont naast het treinstation en na 12 minuten en drie stations verder ben ik al op het architectenbureau. Heerlijk voor een stad waarin de gemiddelde reistijd een uur is. Flavio, mijn nieuwe baas, verschijnt deze morgen niet op kantoor. Ik krijg een vage instructie van een collega en kom er ’s middags rond vier uur achter dat al het werk voor niets is geweest. Het zal de cultuur wel zijn. Die de rest van de week ronduit wennen is. De chaos in de stad, heerst ook in de kantoor en komt overal in terug laat ik me vertellen. Het is leven met de dag in deze stad. Problemen oplossen die naar je toekomen, niet te veel vooruit denken. De dagen vliegen voorbij. Overdag werken, ’s avonds appartementen en sociale verplichtingen. Het schiet nog niet echt op met de woonruimte. Een zolder die al tien jaar niet is gebruikt en een kamer zonder ramen, het aanbod is minder rooskleurig dan gehoopt. Het is een kwestie van tijd. Er moet vanzelf iets langs komen dat wel goed is. Het einde van de week ben ik gesloopt. Het reizen door de stad, het werken, het slechte slapen. Ik heb een raar gevoel over mijn eerste werkweek. Het is anders dan verwacht en nog niet helemaal de uitdaging waar ik op had gehoopt. Ik zal de komende week afwachten voordat ik voorbarige conclusies trek.

Calatrava brug


Het weekend is heerlijk. Vrijdagavond speel ik op mijn vernieuwde gitaar. De broer van Isabel heeft de gitaar dusdanig verandert dat de snaren nu dichter op de hals liggen. Hij speelt nu als een zonnetje en het is vijf uur ’s morgens als ik met Juan ben uitgespeeld en gedronken. Zaterdags wordt ik wakker met een lichte kater en nadat ik me heb uitgestrekt op het balkon met uitzicht over de stad is het tijd om te schrijven. Het lukt me uiteindelijk niet om de hele tekst af te ronden. Vanavond heb ik een verjaardag van Barbara, mijn eerste slaapadres. Juan pikt me ’s middags op om te lunchen en een kadootje voor haar te kopen. Voor het eerst zie ik de rivier, de Rio de plata, waaraan Buenos Aires ligt. Op het dakterras van een restaurant lunchen we in een heerlijke strandsfeer met op de achtergrond surfers en zeilers. In de verte kun je Uruguay zien, te bereiken per boot. Een heerlijke plek waar ik zeker terug ga komen. Het is het Scheveningen van Buenos Aires en heeft meer het karakter van een dorp dan onderdeel te zijn van een wereldstad. ’s Middags koop ik een grote taart en samen met Juan spring ik in de auto voor ons feestje. Onderweg pikken we Isabel op en het lijkt even of ik al maanden in Buenos Aires ben. Het feestje begint in San Telmo en zegt zich later voort in een universiteitsgebouw. Het is een folklore feest waarbij iedereen danst. Het is alsof we in een nieuwe wereld stappen. Het wordt een groot succes. Nadat we ons moed hebben ingedronken dansen we vrolijken mee. Barbara, Juan en Isabel moeten hard lachen, deze mensen kenden elkaar twee weken geleden nog niet, maar feesten samen doordat ze alle drie mij een slaapplek hebben aangeboden. Ik ben op pad met de eigenaren van mijn hotels van de afgelopen twee weken en heb de sociale verplichtingen op deze zaterdagavond boven verwachting goed kunnen combineren. De zon schijnt als we na uren feesten thuis in slaap vallen.

Op deze zonnige zondag is het dan tijd voor het tweede deel van deze tekst. Ik haal opgelucht adem als ik deze laatste alinea typ. Nu nog even online zetten. Ik moet opschieten, want over een uur komt Juan mij al ophalen. Er is vandaag een familie bijeenkomst en ik ben uitgenodigd. Dit wordt voor mij alweer de derde Argentijnse familie aangelegenheid, de wind in de rug, het geluk lacht me toe.........


De stad in

Biologische boerderij in Carlos Keen
Cultuur
De straat
Het plantetarium
Faculty of Law
Verkeer
De stad
De reclame

De Obilisco, in het centrum van de Avenida de 9 julio
De avenida plint

Familiedinner


vrijdag 10 oktober 2008

Madrid - Buenos Aires

Als ik ’s morgens moe maar voldaan het vliegveld bereik, wordt ik nogmaals door Madrid (MADcity zoals een Spanjaard het noemde) verrast. Barajas Airport, ontworpen door Richard Roger is een lust voor het oog en bijzonder gebruiksvriendelijk. Ik vlieg via Colombia en besluit geheel zonder vooroordelen mijn gitaar en packpack te laten – wrappen – zodat er geen onbedoelde zaken in mijn bagage terecht komen. Het is even spannend bij de incheckbalie, hoe zal er gereageerd worden op mijn enkele reis ticket? De charmante vrouw achter de balie vraagt mij vriendelijk wanneer ik Buenos Aires weer verlaat. Gehuld in overhemd met stropdas probeer ik zo overtuigend mogelijk te vertellen dat ik met de boot naar Uruguay afreis om vanaf daar terug te vliegen naar Europa. Geen enkel probleem, een storm in een glas water, onnodige onrust.

Barajas airport, Madrid


Avianca, de maatschappij waarmee ik vlieg, blijkt met een fatsoenlijke boeing meer dan te voldoen aan de verwachtingen en met een vliegtuig vol Colombianen vertrek ik drie uur na de incheck uit Madrid. In het vliegtuig is het tijd voor de eerste taalbarriere. De Colombiaanse jongen leert me gedurende de reis Spaans, ik leer hem wat Engels. Zo’n tien uur later landen we voor een tussenstop in Calli, een dorp in Colombia. Het land ziet er fantastisch uit vanuit het vliegtuig. De plek waar we landen heeft meer weg van een willekeurige Nederlandse heemtuin dan van een vliegveld. Na een luid applaus voor de landing verlaat het overgrote deel van de passagiers het vliegtuig.

Calli, opstijgen
Calli - Bogota

Landing Bogota

De rest van de mensen, waaronder ik, blijft zitten voor het hervatten van de vlucht naar Bogota, de hoofdstad van Colombia. Twee uur nadat we geland zijn in een zonnig Calli landen we in een regenachtig Bogota. De vier uur die ik moet wachten op mijn vlucht naar Buenos Aires biedt mij de mogelijkheid om mijn eerste blog-berichten te typen. Na de Zweedse-worst-maaltijd bij de plaatselijke Colombiaan en duizend leestekens verder ben ik klaar voor vertrek naar Argentinie.

Worst

Wederom zit er een Colombiaan naast me, deze keer een charmante vrouwelijke variant. Na een leuk gesprek sluit ik de ogen en wordt ik wakker wanneer we boven Buenos Aires vliegen. Probleemloos passeer ik de douane en even later zit ik in de bus die me naar het centrum zal brengen.

Hola Buenos Aires
Met al m’n bagage neem ik een overvolle metro die me naar de wijk brengt waar ik deze week zal verblijven. Compleet uitgeput en snakkend naar een douche en een bed pak ik een taxi naar een hostel. Als ik in de taxi met m’n beste Spaans heb duidelijk gemaakt dat ik voor het eerst in Buenos Aires ben en uit Nederland kom is het gesprek geopend. Johan Cruijff! Het beste Nederlandse exportproduct ooit indien je verblijft in een voetballand als Argentinie. Met dezelfde overtuiging als hij over de twaalfbanige – avenida - rijdt verteld hij over z’n tijd als keeper bij het Nationale Argentijnse voetbalteam. Ik zit naast iemand die tegen ‘Van der Kerkhop’ heeft gespeeld en zonder moeite nog uren over oude rotten uit de voetbalwereld had kunnen praten, waar het niet dat we al voor het hostel staan. Het hostel is voor mij de ideale plek om even op adem te komen. Na een douche, een tukkie en weer een douche verlaat ik het hostel om Barbara, een couchsurfer in Buenos Aires, te ontmoeten. Bij kan haar kan ik deze week slapen. De vriendelijke Oostenrijkse woont in een studentenhuis in de Artistieke wijk San Telmo. Later op de middag ontmoet ik Isabel, een Argentijnse architect die ik via mijn toekomstige baas in Buenos Aires heb leren kennen in Rotterdam. Na een blik in de spiegel vraag ik haar of ze me kan helpen een bezoek aan de lokale kapper. De Argentijnse kapster ontdoet me van m’n Albert-Einstein-in-zijn-jongere-jaren-look, nu kan ik er écht tegen aan.

Naar de kapper in Buenos Aires (dag 1)

De stad maakt veel indruk op me. Hoewel ik voor mijn gevoel amper verwachtingen had voelt de stad vreemd aan. Ik moet wennen aan het idee dat dit mijn nieuwe thuisbasis is. Als je de weg vraagt wordt alles uitgelegd in hoeveelheden blokken, het dominante grid van de stad als reden. Naast de schoonheid van de gebouwen maakt de stad ook een rouwe indruk. De ongekend gastvrije mensen contrasteren met de relatief vieze straten. Het is lente in Buenos Aires, maar ondanks dit voelt het weer op mijn eerste dag meer aan als een warme winterdag dan als een zwoele Zuid Amerikaanse lente. Ook de Argentijnen beklagen zich vandaag over het weer met zijn gure wind. Uitgeput van de reis en de stad met al z’n indrukken val ik ’s avonds als een blok in slaap.

Delft - Madrid

Na een hectische week van voorbereiden begon ik er langzaam in te geloven dat ik werkelijk zou vetrekken naar Buenos Aires. Het briljante idee van – mijn huis – om op de laatse Nederlandse avond nog een gedegen afscheidsfeestje te vieren werd door mij omarmd. Dit zorgde op de dag van vertrek voor een licht gevoel in het hoofd en een goed gevoel in het hart. Het afscheid met mijn ouders vond plaats op station Delft dat door een storing van de NS slechts 43 seconden kon duren. Voordat ik het wist was mijn wereldreis begonnen. Rotterdam lachte me toe, Mechelen zwaaide naar me en na een korte controle op drugs bij de Belgische grens kwam ik aan in Brussel-Zuid.

Farewell, Matties
Farewell, dancing

De blauwgeel gekleurde Ryanair bus bracht me naar het vliegveld (Brussels-Sud-Charleroi) dat er nog troostelozer uit zag dan de jaren ’70 bekleding in de bus. M’n reis begon namelijk met een enkeltje Madrid waar ik twee nachten zal blijven voordat ik Europa echt ging verlaten. Zittend op het Belgische vliegveld luister ik naar de eerste Spaanstaligen wanneer het hele vliegveld om attentie wordt gevraagd. Iemand moet zich melden bij de security. De naam klinkt als een Franse dichter, maar als ik even later naar de Engels vertaling luister blijkt het om mij te gaan, - Frank ‘Lo-er’ -. Ik meldt me bij de security en via een gang en een lift belandt ik in de kelder van het vliegveld. Een wereld van bagagebanden, beton en 5 aardige franstalige Belgen. Ik wordt verzocht mijn gitaar open te maken (er zat een slot op) en de bibliotheek aan boeken die in mijn gitaarhoes zitten te presenteren. Er wordt meedegedeeld dat er geen enkel probleem is en dat ik weer kan vertrekken. Mijn Spaanse buurman bij de incheckbalie weet me bij terugkomst te vertellen dat mijn naam tijdens mijn verblijf in de kelder nog vijfmaal is omgeroepen, security alom.

De vlucht verliep voorspoedig en nadat ik de metro heb gepakt stap ik uit bij ‘Placa de Espana’. Sergio, een – couchsurfer – waar ik twee nachten kan verblijven, staat al op me te wachten. Eenmaal aangekomen in zijn huis plaats ik mijn bagage in de voor mij bestemde kamer en krijg ik mijn eigen setje sleutels van het appartement. Even later staan we samen met zijn Australische huisgenote in een bar. Het is tijd voor bier en tapas. Na de tweede bar verplaatst de avond zich naar het Park met uitzicht over een verlicht Madrid. Hier spelen Sergio en ik op de door ons meegebrachte gitaren. Het muzikale feestje wordt versterkt door een gepensioneerde militair die meedrumt op bierblikjes en plastic flessen. Mijn film waarin ik zelf de hoofdrol speel is begonnen.

De zondag heb ik om Madrid te verkennen. De zon schijnt, de stad kijkt trots uit zijn ogen. Te voet verken ik de stad dat zijn eerste hoogtepunt kent bij het ‘Caixa Forum’. Het inspirerende gebouw ontworpen door Herzog & de Meuron heeft een prachtige gevel met dito interieur. Ik zet mijn wandeling voort langs het imposante treinstation en de prachtige pleinen. De publieke ruimte is hier fascinerend. Ik ben razend enthousiast over de stad, hier had ik langer moeten blijven of moet ik naar terug. Het wordt de laatste optie gezien op maandagochtend mijn vlucht naar Zuide Amerika staat gepland. ’s Avonds belandt ik met Sergio in restaurant waar je niet betaald voor het eten. De oude mannen in maatpakken die het restaurant runnen lopen tevreden rond en voorzien hun gasten van liters bier. We toosten op het goede leven en krijgen twee borden met eten. Het eerste bord biedt halve uien, halve tomaten en grote stukken paprika. Het tweede bord zit eruit als een pap van bonen, aardappels en afvalvlees. Beiden borden smaken voornamelijk naar knoflijk en olie. Sergio en zijn huisgenoot zijn dol op het restaurant. Niet vanwege het eten maar vanwege de prijs. Voor de drie liter bier die we hebben gedronken, de 3 uien, de 4 tomaten en de Spaanse superpap betalen we negen euro. Ik bedank Sergio en zijn minder charmante huisgenote voor de gastvrijheid en het heerlijke bed waar ik twee nachten in mocht slapen. In de morgen zal ik het huis stilletjes verlaten om de metro te pakken naar het vliegveld.



Madrid, treinstation
Madrid, de publieke ruimte

Madrid, de straat

Madrid, Caixa forum, Herzog & de Meuron

donderdag 9 oktober 2008

Introductie

Welkom op mijn weblog ‘Floer on the Floor’. De drang tot schrijven en mijn vertrek naar Argentinie vormden voor mij de explosieve mix voor het beginnen van deze blog. Hier schrijf ik over belevenissen, hersenspinsels, gedachtes, dromen en verhalen. Zo sceptisch als ik altijd was over het bloggen moet jullie vooral blijven of misschien wel worden. Ik verwacht niets van jullie, wat echter niet weg neemt dat jullie me vanaf nu altijd kunnen verblijden met een goed verhaal, een scherpe reactie, een kritische noot of welke vorm van berichtgeving dan ook. De foto’s zullen een belangrijke rol spelen op deze blog. Met de foto’s probeer ik een verhaal te vertellen en mijn liefde voor – het beeld -, in wel ke vorm dan ook, te uiten.