maandag 24 mei 2010

Almost there




In de geur van lijm en karton realiseer ik mijn radiostilte op mijn blog. Het is duidelijk dat de aangekondigde kloosterperiode in volle gang is. Met nog acht dagen te gaan komt de Schlusskritik nu wel erg dichtbij. Het gipsmodel van 80 cm in het vierkant dat wordt verwacht moet nog gemaakt worden, zo ook de collages op bushokje formaat. Een kwestie van m'n voet op het Zwitserse gaspedaal houden en niet achterom kijken. Tot volgende week!

zondag 2 mei 2010

Lente

Zondagochtend in Zürich. Turend uit mijn raam zie ik de straat langzaam wakker worden. Vanuit mijn kleine koninkrijk zie ik aan de andere kant van de straat de buurvrouw cornflakes eten met haar kinderen. De druilerigere dag is de tevredenheid zelf in zijn spiegelende laag van regenwater. Na een week van rondvliegende bloesem en barbecuelucht is de stad volledig ontwaakt uit zijn winterslaap. De regen dit weekend kan me weinig deren en gebruik ik voor mijn exponentieel toenemende to-do-lijstjes die nu al genoeg lijken te zijn om mezelf bezig te houden tot mijn tachtigste. Met het vervangen van mijn gitaarsnaren heeft de start van de lente nu ook een sound gekregen. Met de laatste stampot achter de kiezen kan de Blues nu definitief de kast in. Met een Bossa en een bak aardbeien door de straten.



De rust van de zondag laat zich goed lenen voor mijn deeltijd cursus ‘dagdromen voor gevorderden’. Maar zoals wel vaker in tijden van economische crisis wordt er genadeloos gesneden in randactiviteiten en moet er in sommige weken niet anders dan hard gewerkt worden. Dus stond trok ik mij gedurende de maand april terug als een monnik in zijn klooster, zijn broodnodige inspiratie halende in Italiaanse steden. Na dertig meter schetsrol en tien fijnschrijvers kun je dan niet anders dan de conclusie trekken dat je de realiteit uit het oog bent verloren. Met een boodschappenkarretje in de Aldi sta je dan gelukkig binnen een minuut weer met je beide benen op de grond en praat je over het weer in plaats van ornament en rendertijd. Ondersteund door kalmerende berglucht en ophelderende hardlooptraining vlieg ik door het semester en heb ik nog een maand te gaan voor de eindpresentatie. Mei zal daarmee kloostertechnisch niet heel anders uitpakken dan april. Het idee van een tevreden man in een tuin met een barbecue en een Afrikaans WK zal naast Van Gaal ook mij de komende weken gerust stellen voor het geluk in Juni.

Mijn bezoek aan Rome heb ik verschillende malen beleefd. De vele gigabytes aan foto’s geven mijn de mogelijkheid meerdere malen per week nog eens door deze fascinerende stad te lopen. Mijn ogen dwalen dan gretig langs deurposten, straatprofielen en natuursteen op zoek naar inspiratie en het geheim van de architectuur. Maar wanneer ik aankom bij de foto’s van het Vaticaan levert mij dat nog een steeds een raar gevoel op. Massatoerisme in zijn heftigste vorm in combinatie met de schandalen van dit jaar hebben mij doen besluiten daar nooit weer terug te komen. Een maand geleden liep ik als een schaap in een kudde langs prachtige kunst uit de voorbijgegane periodes. Een te lange route in een te grote groep maakten het voor mij echter moeilijk te genieten van deze tour die de Sixtijnse kapel als doel had. Het waren de afritsbroeken rennend naar Michelangelo’s meesterwerk die mij kippenvel bezorgden. In plaats van kunst associaties kon is slechts denken aan de hordes families in Europa die op zondag tegen beter weten in die de hele IKEA-route afleggen, slechts op weg zijnde naar de koopjeshoek en de hotdogs. Het echte Italiaanse geluk vond ik in een locale Markthal om de hoek van het Sint Pieter in plaats van de gangen in het Vaticaan. Met een stuk pizza en een espresso zie je dan ineens weer het gouden licht op Rome schijnen dat van elk palazzo een meesterwerk maakt.

Met de tijd die vliegt had ik drie weken na Rome het gevoel alweer maanden in Zürich te zijn. De stad waarin men zich kleedt als bankiers en glimlacht als begrafenisondernemers. De schoonheid van de aanwezige natuur en de ongeëvenaarde levenstandaard blijft fascineren en lijkt de Zwitser zwaar te vallen. Over brandschone straten wendt hij zich al om half zeven naar kantoor; alles heeft zijn prijs. Neem dan een smaakvolle galerie in een vuige Italiaanse straat en je begrijpt waarom het weekend Milaan meer dan een opluchting was. Tijdens mijn terugreis naar Zwitserland droomde ik in de trein langzaam weg tussen de beboste bergen. Je zou er de Lage Landen bijna van vergeten. Maar begin mei betekent ook een eind april. En eind april betekent Koninginnedag. Met een treffende NOS-reportage als voorgerecht vond ik mezelf afgelopen vrijdagavond op een Koninginnedag feestje in de binnenstad van Zürich. Het Nederlandse gekeuvel gaf me een thuisgevoel bij binnenkomst. Het ontbreken van drie liter bier in m’n lichaam deed me echter binnen tien minuten weer buiten de deur staan. Het toneel nuchter verlatend door Zürichse winkelstraten zonder Nederlandse rommelmarkten maakten de avond en het begin van het weekend bovenal Zwitsers. Dat houdt op vrijdag vroeg je bed in om op zaterdag je mannetje te staan. Op zondag heb je dan eindelijk je stuk chocola verdiend waarvoor je de hele week zo hard hebt gewerkt. Ik pak snel m’n gitaar en bezing het leven, voordat de maandag om de hoek komt kijken, het gevaar vermijdend ook in de lente de blues te moeten zingen…