zondag 28 december 2008

Zwetende feestdagen

Zondag 28 december, Buenos Aires, 28 oC

Terwijl mijn ventilator deze week overuren draait kruip ik eindelijk weer achter mijn computer om terug te blikken en te schrijven over wat er allemaal zo tegen het einde van 2008. De Argentijnse kerst, het percussie geweld in het culturele centrum, de Boca Juniors die kampioen werden en al die andere dingen in deze stad die mij vrolijk stemden en zoveel energie gaven. De stad lijkt soms een groot festival met duizende podia waar je kunt eten, drinken, dansen, ontspannen en feesten, maar vooral genieten.

Cultureel centrum gevel

Het weekend wordt gedomineerd door de betere feestjes. Zo komt het vaak voor dat ik zaterdags met mijn plattegrondenboekje door de stad slenter om op plekken te belanden waarvan ik het bestaan niet had kunnen vermoeden. Een week geleden liep ik samen met een vriendin de feestlocatie straal voorbij door het ontbreken van enige vorm van activiteit en klopten we even later aan bij de zwarte deur in het midden van de halfdonkere straat. Achter deze deur een prachtig pand met een kelder waarin het feest enkele uren later los barstte. Dit in de stad waar je om elf uur ’s avonds pas begint met je avondeten en waar je dus rond de klok van drie je nacht pas echt begint. Het vreet energie, maar is het zeker waard. Als je dan op zondag rond middernacht je bed denkt in te kunnen kruipen na een ontspannen zondag krijg je net voor het tanden poetsen een berichtje met de uitnodiging om een – clownshow – te bezoeken. Je loopt tien blokken en belandt ergens bij iemand thuis die zijn woonkamer tot podium heeft gemaakt. Twintig man publiek en zes clowns die alles uit de kast halen om ook zondagavond tot een groot succes te maken. Vrienden die voor vrienden optreden. De mensen voor de mensen. Met de pet rond om de waardering van het initiatief te steunen en lekker napraten met een plastic beker bier en relaxte mensen. Dat is Buenos Aires op zijn best.

Cultureel centrum

Op maandag probeer je dan met enig slaaptekort de week zo goed mogelijk te starten. En als je wilt kun je aan het einde van de dag je culturele hart op halen door naar de wekelijkse – Bomba del Tiempo – te gaan. Gezien dit er al weken was bij ingeschoten stond ik die avond in de enorme rij toeristen en locals om bekendste percussieband van de stad te zien. Het culturele centrum zag er fantastisch uit. Een oude fabriek, met een binnenplaats die werd gedomineerd door een metersbrede oranje stalen trap die als podium voor de band zou dienen. De avond begon met het publiek die muziek maakte. Iedereen kon zijn eigen percussie instrument meenemen om zich tot de groep mensen te voegen die enthousiast stonden te trommelen op de aanwijzingen van de – percussiedirigent -. Toen de hoofdact begon stond de hele binnenplaats afgeladen met mensen. En zoals op zoveel plekken bij muziek in Buenos Aires ging het publiek helemaal uit zijn dak. De plek was fantastisch, het publiek geweldig, maar ik was al lang uitgetrommeld in mijn hoofd. M’n handen jeukten om een gitaar te pakken en een verfrissende melodie over de oneindige ritmes van de band te improviseren. Er mochten dan veel mensen dansen, de – muziek – wist me niet te raken. Ik schoot wat plaatjes in het rond en verbaasde me meer over de rauwe locatie met gave neonverlichting. Na tweeënhalf uur was het meer dan genoeg geweest en verliet ik de plek voor een pizza bij de lokale kroeg.

Percussieband

Het was de week van kerst. En zoals uit de verhalen waarschijnlijk al is op te maken is Buenos Aires de stad van de avond en de nacht. En hoewel het een romantisch idee zou zijn dat in Zuid Amerika alles wordt verkocht op straat door de lokale handelaar op een handgeweven kleed heb je hier eveneens ordinaire koopavonden. Twee dagen voor kerst was het niet alleen een koopavond, maar eveneens een koopnacht. Warenhuizen die hun deuren open houden tot vier uur ’s nachts. Dus liep ik die avond in een glimmend gebouw tussen de gestresste shoppers door te dure winkels. Buenos Aires zal Buenos Aires niet zijn geweest als het drukste punt van de shoppingmall zich rond een televisie bevond met een voetbalwedstrijd. De competitie kon die avond worden beslist en zo werden de – Boca Juniors – die avond kampioen. De voetbalclub uit de kleurrijke wijk – La Boca – vierde feest. De fans reden door de hele stad om het kampioenschap te vieren. Blauwgele vlaggen, uitzinnige fans en nonstop toeterende auto’s kleurden de stad. Ik pakte mijn camera en nam een kerstgroet op, de luidruchtige fans en het warenhuis op de achtergrond.

Boca Juniors wandschildering

De stad stelde zijn kerstmaal veilig, de voetbalfans vierden feest. De armoede van de cartoneros en de andere bedelende zwervers van de stad werd er niet minder om. In de metro liep een jongentje kerstkaarten te verkopen. Iedereen die instemde schudde zijn hand en kreeg een kus. Een kus die je standaard gebruikt bij het zien van vrienden en familie. Het verbaasde me en nadat ook ik hem een kus had gegeven stopte ik hem aangedaan een peso toe. De overgebleven pasta die ik de volgende dag thuis overhield kwam met dezelfde achterliggende gedachte terecht bij een andere jongen in de metro. Het voelde vreemd. Misschien was het de kerstgedachte, of een eye-opener om het genadeloze apparaat van de stad iets menselijker te maken.

Sporthal in de buurt

Kerstnacht schoof ik aan bij de Argentijnse familie van mijn huisgenote. Een informele aangelegenheid met haar ouders, oma, zussen en broer met kinderen. Een overheerlijk kerstdiner waar vooral het vlees me deed watertanden. De airconditioning stond aan terwijl het buiten dertig graden was. Tijdens het toetje, ijs met het typisch Argentijnse - Dulce de leche –, stond de tv op de achtergrond zonder geluid aan. De klok was te zien die geduldig op het moment van twaalf uur wachtte. Kerst in Argentinië gaat gepaard met vuurwerk en zo voelde het die avond als een oudejaarsavond. Om twaalf uur toostten we met champagne en stonden we op het balkon naar het vuurwerk van de stad te kijken. Het zweet stond op m’n voorhoofd na het openen van de balkondeuren en het ontbreken van de airconditioning. Een zwetende kerst met vuurwerk en champagne. Het voornamelijk katholieke Buenos Aires wist mij niet te bereiken. Geen kerkbezoek, geen religieuze familie. Het vuurwerk getuigde van een volksfeest dat weinig te doen had met de kerk. ’s Nachts vierden we feest bij vrienden van vrienden. Muziek, wijn en een vloerkleed als dansvloer. De kerstnacht was dus vooral feestelijk. Op de dag van kerst barbecuede ik met wat internationale vrienden en bezochten de meeste Argentijnen wederom hun families. Van een tweede kerstdag zoals in Nederland was geen sprake, dus betrof het weer een normale dag waarop de stad weer vol stond met files.

Cultureel centrum - oude fabriek

De stad is aan het leeglopen. Mensen gaan op vakantie, zoeken hun moment van rust elders en ontvluchten zo de hysterie van Buenos Aires. Ook ik verlaat de stad. Het wordt de rust en ruimte van Uruguay. Het wordt een lange reis voor een korte afstand. De boot naar Colonia, de bus naar Montevideo en nog een bus naar de eindbestemming, het dromerige – Cabo Polonio -. Een minidorp zonder electriciteit en zonder bomen. Met een goed boek onder de arm en zonnebrandcrème factor 60 als de voorzorgsmaatregel reis ik voor tien dagen af naar het buurland aan de andere kant van de – Rio de Plata -. Met een nieuw visum bij terugkomst en de prachtigste plannen voor 2009 schrijf ik vanaf half januari mijn nieuwe verhalen.. Allen een fantastische jaarwisseling toegewenst en al het goeds voor 2009.

Frank

Dromend het jaar uit

woensdag 24 december 2008

Felices fiestas 'prettige feestdagen'


Beste familie, vrienden en kennissen. Terwijl de schaatsen uit het vet gaan zit ik aan de andere kant van de oceaan. Het is volop lente en de kerstbomen staan onwennig in deze Zuid Amerikaanse metropool. Buenos Aires, de stad die me elke dag nog verbaast. De stad waar ik elke dag weer nieuwe, prachtige plekken leer kennen en zo nooit raak uitgekeken. De stad waar familie belangrijk is. De stad waar je op je buurman kan rekenen. De stad waar ik dit jaar kerst vier. Op deze manier wil ik iedereen prettige kerstdagen wensen en alvast een zinderend, gelukkig en gezond 2009. Houdt u haaks en geniet.

Een vriendelijke groet,

Frank

vrijdag 19 december 2008

Plakzak

Rolluiken naar beneden, ventilator aan. Achter de computer voor een december update. Sinterklaas achter de rug, kerst in het vizier. Feestdagen met zon, het blijft een gek idee. Daar waar ik normaal met bevroren handen mijn fiets op slot zet, sta ik nu in een overvolle metro naar lucht te happen terwijl druppels zweet zich een weg van oksel naar boxershort proberen te banen. Ik probeer het hoofd koel te houden en blik terug op de week.

Starten uit het raam in mijn nieuwe appartement

Hoewel de pepernoten al lang plaats hebben gemaakt voor kerstkransjes kregen mijn internationale vrienden lucht van ons nationale volksfeest – Sinterklaas -. Omdat de week van 5 december te druk was voor velen werd er afgelopen vrijdag vol goede moed een Sinterklaas – fiesta – georganiseerd in mijn appartement. Een slecht excuus voor een feestje waarbij het afscheid van mijn grote en dubieuze huis gevierd kon worden. Dus stond ik die donderdag in de – Disco -, de plaatselijke supermarkt wel te verstaan, te zoeken naar zelfrijzend bakmeel. De speculaaskruiden werden met enige twijfel vervangen door kokos en met een tas vol ingrediënten probeerde ik die dag pepernoten te bakken. Het gedownloade recept had ik ambitieus met vier vermenigvuldigd zodat ik een kilo pepernoten zou moeten kunnen bakken. Het pepernoten mengsel deed erg droog aan, dus googelde ik op een ander recept. Hoe had ik, en de desbetreffende Sinterklaas website, de boter kunnen vergeten! De plakkerige bruine bollen pepernoot zagen er een uur later mét boter een stuk overtuigender uit. Uren nadat ik was begonnen kwamen de eerste pepernoten uit de oven. Gelukkig werd ik geholpen door Barbara die voor het feest Oostenrijkse koekjes bakte. De volgende dag kocht ik evenals de genodigden twee kadootjes voor een Sinterklaas spel dat ik amper kende. Ik vouwde een dobbelsteen, schreef kaartjes en wachtte vol goede moed op de gasten. Ik had geen idee hoe, wie of wat er kwam.. Ik was dan ook blij verrast toen er twee uur na de vermeldde aanvangsttijd vijftien man in het huis rond liepen. Enkele in het rood, zoals verzocht. Terwijl de pepernoten warm werden onthaald zat de feeststemming er direct goed in. Toen we rond middernacht Sinterklaas probeerden te vieren ging de dobbelsteen gretig rond. Er werd gelachen, geschreeuwd en gespeculeerd. Sneller dan verwacht introduceerde ik de tweede ronde. Deze was des te onrustiger en moest dan ook snel worden vervangen voor de derde en laatste ronde.. Zelfs een gestructureerd Nederlands familiespel ontaarde in deze stad, zoals zoveel dingen hier, in complete chaos. De groepsfoto was geschoten, de stereo ging op hard en het echte feest kon beginnen. Er werd gedanst en gedronken. Ik maakte me zorgen om de buren die zich al weken zo koest hadden gehouden dat het leek alsof ze niet bestonden. Om vijf voor twee was het moment daar dat de onbekende en hier dan ook onbenoemde buurman verzocht het feestje te temperen. Ik draaide - one more time -, zag iedereen uit z’n dak gaan en verzocht daarna vriendelijk het feestje voort te zetten aan de overkant van de straat. Aan het einde van de nacht ging iedereen voldaan naar huis met de pepernoten drijvend in het bier.

Pepernoten a la Frank

Party crew

De ochtend na Sinterklaas zag ik het ingeslagen fris - twee ongeopende twee liter flessen cola en water - eenzaam staan tussen de lege glazen flessen – Quilmes en - Heineken -. Het was het weekend van de verhuizing, dus zorgde ik ervoor dat het appartement er weer uit zag zoals ik het had aangetroffen. De zondag was het inpakken en wegwezen. Bij vertrek uit Nederland had ik geprobeerd zo min mogelijk spullen mee te nemen zodat ik eenvoudig van de ene naar de andere plek zou kunnen trekken. Dit concept had ik eenmaal in Buenos Aires blijkbaar losgelaten gezien ik nu de complete lift vol had staan met spullen. Misschien waren het mijn kruiden en de toiletrollen die mijn bezit hadden doen verdubbelen, ik weet het niet. Gelukkig stond mijn vriend Juan voor de deur met een truck zodat ik als een Argentijnse zigeuner kon verhuizen. Ik verliet het rijke – Recoleta – om het te verruilen voor de gemoedelijke wijk – Villa Crespo -. Cecilia, mijn nieuwe Argentijnse huisgenote, heette mij van harte welkom en ook de kat lachte me toe. Na mijn ontspannen kikkervissen en de goudvis met een onderkin had ik voor het eerst in mijn leven een echt huisdier. – Sagura – en ik zijn dikke maatjes en het lijkt erop dat ik verander in een ware dierenvriend. De groenteboer en de supermarkt zitten om de hoek en de metro is op steenworpafstand. Het is hier goed wonen. Het ontbreken van een wasmachine leek eerst een probleem, maar moedig ik na gisteren alleen maar aan. De wasserette, eveneens om de hoek, is fantastisch. Gisteren bracht ik met enige twijfel mijn zak vol kleren naar de vriendelijke mevrouw met lichtbruine tanden. Ze schreef m’n naam op en ik kreeg te horen dat ik het einde van de middag welkom was om het weer op te halen. Gewassen, gestreken en gevouwen kreeg ik mijn de lekkerst ruikende was ooit terug voor het symbolische bedrag van één euro en vijfentachtig cent. Ik was de rest van het jaar dus niet meer zelf.

Oostenrijkse kerstkoekjes op een Nederlands feest in Argentinië

Met mijn portfolio onder de arm bezocht ik afgelopen maandag enthousiast een van de beste architectenbureaus in Buenos Aires. Twee van de drie architecten die het bureau leiden heetten mij welkom op hun bureau tijdens een informele lunch. Het prachtige gebouw waarin wordt gewerkt is door de architecten zelf ontworpen en biedt een inspirerende omgeving. Volgende maand, als iedereen de stad uit is, wordt ik misschien gebeld om deel te nemen aan een prijsvraag, we zullen zien wat de zomer brengt. Dezelfde vlieger ging op voor een jonger bureau in het centrum wat de kans op werk groter maakt. Nog steeds door onrust en energie gedreven belde ik een vriend op om nog deze maand aan de slag te gaan. Hij kon me goed gebruiken tijdens de afronding van zijn projecten. Zo wordt er het einde van het jaar wordt er gelukkig nog even geknald en dat voelt goed. Ik heb een plein in een zuidelijke stad in Argentinië ontworpen en deze week maken we direct de tekeningen, de maquette en de presentatiepanelen. Het is super interessant en wordt erg mooi. Tijdens je werk kan kun je natuurlijk heerlijk dromen over vakantie en verre landen. Die verre landen liggen voor mij natuurlijk naast de deur, en met het verlopen van mijn visum stond Uruguay aan de andere kant van de rivier deze week te zwaaien met de vraag wanneer ik langs kwam. Vandaag boekte ik mijn ticket om af te reizen naar een van de bijzondere plekken in dit mooie buurland van Argentinië. Samen met een groep begeef ik me naar een plek zonder elektriciteit, water en telefoon. Het klinkt als een plek om over te dromen en te schrijven.. De ventilator zucht en ik heb dorst. Tijd om mijn nieuwe bericht de deur uit te doen en nog even na te genieten van deze zwoele dag.

donderdag 11 december 2008

Kerstbomen en kamperen

De zuid amerikaanse invloeden beginnen zich duidelijk af te tekenen in het dagelijkse ritme. Wat vandaag niet komt, komt morgen. En dus kruip ik een dag later dan verwacht achter m’n computer. De luchtvochtigheid kruipt op, de kerst nadert en 2009 begint te schreeuwen om aandacht.

Een week geleden bezocht ik wederom het ziekenhuis om mijn stralende voeten te showen aan dito personeel. Dit keer zonder Argentijnse vriend aan mijn zijde, gewapend met pen, papier en woordenboek. De boodschap was eenvoudig, het zag er prachtig uit en met de juiste voorzorgsmaatregelen kon ik er weer tegen aan. Opgelucht verliet ik het instituut om vervolgens te bekijken hoe, wat en waar ik ging werken. Met een overmaat aan energie deed ik sollicitaties de deur uit met de hoop zo spoedig mogelijk een nieuwe uitdaging te vinden.

Graffiti architectuur faculteit

De maand van de deadlines. Zo ook op de universiteit. En daarom rees ik afgelopen week af naar de architectuur faculteit die eveneens onderdak biedt aan grafische vormgeving en mode. Een vierkanten betonnen kolos met een grote vide in het midden. Een plek buiten het centrum, naast het stadion en de snelweg waar duizenden studenten zich ophopen. Ik viel van de ene verbazing in de andere fascinatie en visa versa. Al bij het betreden van de trappen van de faculteit keek ik verbaasd op van alle verkopers die hun spullen aan de man probeerden te brengen. Het waren niet de kettinkjes, maar de enorme hoeveelheden illegale software die mijn Nederlandse klomp deed breken. De nieuwste versies van AutoCad, PhotoShop en Vectorworks werden voor de prijs van twee lege cdtjes verkocht aan de hulpbehoevende student. Opmerkelijk en sympathiek. Ik schiet wat plaatjes en betreed het gebouw. De grote vide over drie verdiepingen is het hart van de faculteit. Banners, posters, tafels, stoelen, papier en lawaai domineren het beeld. De trappenhuizen zijn indrukwekkend voorzien van graffitti, tekeningen en ander studentenwerk. Het is een andere wereld dan ik gewend ben van een universiteit. Ik begin mijn reis langs de studentenprojecten boven in het gebouw en daal langzaam af naar beneden. Een overkill aan maquettes, posters en mensen doen me duizelen. Nog steeds verbaas ik me over het karakter van het gebouw en de manier waarop het wordt gebruikt. Her en der wordt er gerookt tijdens de presentaties terwijl verderop studenten op de vloer in een zee van karton de laatste hand leggen aan hun maquettes. Meer – urban – kan een faculteit bijna niet zijn. De witte tuinmeubels in de vide hebben zo vaak gediend als snijmat dat het reliëf van het tafelblad overal gelijk is. De faculteit is een chaotische bron van inspiratie waarin het moeilijk concentreren is. Ik verlaat het robuuste gebouw en hoor Madonna haar toegift inzetten in het naastgelegen stadion.


Vide architectuur faculteit

Exterieur architectuur faculteit
Posters, verkopers en graffiti (exterieur)Trappenhuis architectuur faculteit

Vanwege een katholieke feestdag op de maandag is het een extra lang weekend in Buenos Aires. De – Buenos Aires Couchsurf Groep – gaat kamperen. Samen met Barbara, Hugo en Juan reis ik daarom die zaterdag af naar Tigre. Tigre ligt een uur buiten het centrum van Buenos Aires en wordt gekenmerkt door zijn waterpartijen en eilanden. Met de tent onder de arm en de gitaar op de rug pakken we een boot die ons in een half uurtje naar onze camping zal brengen. Met de zon hoog aan de hemel en het geluid van klotsend water rond de boot voelt het helemaal als vakantie. Weg uit de drukte, dichter bij de natuur. We betreden via een houten steiger de camping die ons drie dagen onderdak zal bieden. De camping is niet meer dan een perceel ter grootte van drie voetbalvelden, dat wordt opgedeeld in twee delen door een langwerpig gebouw. Dit gebouw herbergt douches, toiletten, simpele kamers en een restaurant. De iglotent wordt opgezet en er wordt kennis gemaakt met de eerste nieuwe gezichten. Er hebben zich zo’n tachtig couchsurfers verzameld uit alle delen van de wereld om dit weekend tot een succes te maken. Hoewel ik niet vies ben van een beetje socializen voelt het hele kamp-idee een beetje gek aan. De aanwezige dreadlocks, instrumenten en – prominente – couchsurfers geven soms het idee van een sekte. Met een korreltje zout en m’n nuchterheid is het vervolgens goed vertoeven. De eerste avond is het tijd voor een – asado -, de typisch Argentijnse barbecue waarbij het voornamelijk om vlees gaat. Collectief heeft iedereen zijn ingeslagen stuk koe ingeleverd om vervolgens in grote hoeveelheden te worden gebakken op een vijftal gemetselde campingbarbecues. Het nodige bier en wijn wordt weggewerkt terwijl het gebakken vlees onder de groep wordt verdeeld. Het lijkt wel een VN-vredesoperatie hoewel ik geen idee heb hoe die er uit zien.

De boot (foto: couchsurfing)

Elke aanwezige houdt hoe dan ook van reizen, maar ondanks deze overeenkomst lijkt het gezelschap een doorsnee van de samenleving. Jongens, meisjes, mannen, vrouwen, intellectuelen, idioten, muzikanten, viezeriken, vegetariërs, studenten en ga zo maar verder. En zoals in elke samenleving valt er daarom genoeg te beleven en het nodige te ontwijken. Met een volle maag val ik als een blok in slaap in mijn tentje. Met slaapzak, zonder matje.

Camping in Tigre (foto: couchsurfing)

’s Morgens word ik uit mijn tent gebrand en begin de dag langzaam. Het is vooral een heel ontspannend weekend gestimuleerd door het heerlijke weer, het ontbreken van een programma en de beperkte oppervlakte van de camping ingeklemd door bos en rivier. Het zijn vooral de mensen die het plaatje inkleuren. Het lijkt een film met hoofdrolspelers en figuranten. Vanaf de zijlijn is het heerlijk analyseren, dromen en genieten. Aan het einde van dag twee zou ik er een boek over kunnen schrijven. Over de verlegen Zwitser die haar ziel bloot legt tijdens een nummer van John Lennon, over de Turk die drie maanden van rijst leefde, over de homofiele Amerikaanse ex-marinier met spierballen als colaflessen of over de verdwaalde Duitse kunstenaar die naar Tokyo vloog. Ieder een verhaal, samen een verhaal op zich. Die avond wordt er pizza gegeten met hetzelfde concept als de dag ervoor. Iedereen levert zijn meegebrachte bloem, kaas en tomatenpuree in zodat de pizzabakkers van de groep ons enkele uren later kunnen voorzien van een perfecte maaltijd. Het detail dat de meeste ingrediënten al een dag voorgebakken zijn in onze tenten lijkt niemand te deren. De tweede nacht is minder ruig dan de eerste waardoor het afwezige luchtbed iets aanweziger is. De laatste dag is het nog warmer dan de dagen ervoor wat een nog langzamer tempo met zich mee brengt. Het opstaan, inpakken van de tent en nagenieten van de eenvoudige camping duurt uren waardoor we pas aan het einde van de middag de boot terug pakken. Het is een lange reis naar huis. Na een boot, een trein, een bus en een wandeling kom ik moe maar voldaan thuis.

Turkse muziek laatste avond (foto: couchsurfing)

Het was een prachtig weekend dat geen garantie bood voor een goede dinsdagochtend dat de spetterende start van de week moest vormen. Ik werd wakker na mijn slechtste nacht in Buenos Aires: beroerd en met lichte koorts. Misschien had ik de kwaliteit van de barbecues toch overschat. Bij de plaatselijke groenteboer kocht ik twee bananen, twee sinasappels, twee kiwi’s en een fles cola verderop. Aan het einde van de middag voel ik me kip lekker en kan ik er weer tegen aan. De sollicitaties heb ik inmiddels ook voorzien van een telefoontje zodat ik misschien deze week nog weet of er binnenkort gewerkt of gereisd gaat worden. Tot mijn verbazing staan de kerstbomen sinds maandag in huiskamers en etalages. Door het naderen van de kerst beginnen mensen sneller te lopen. Cadeau’s worden veilig gesteld en er wordt flink gebufferd voor de zomer. Ik heb geen idee hoe eind december er uit ziet, laat staan 2009, het kan haast niet anders dan dat het een groot feest wordt.

dinsdag 2 december 2008

Bezinning

Daar zat ik dan, terug op de bank bij Juan. Alsof ik aan een spelprogramma meedeed waarbij je in de huid van iemand anders kruipt. Ik stelde me voor hoe de andere kandidaten van het spel me te snel af waren geweest met het kiezen voor een weekje filmster, heftruckchauffeur of multimiljonair en ik was overgebleven om het te doen met een weekje – zonder voeten -. Niet spectaculair, wel leerzaam. Ik installeerde me op de bank met mijn laptop op schoot. Eindelijk tijd voor al die dingen die waren blijven liggen. Geen excuus voor uitstel, geen mogelijkheden om domweg weg te lopen. Tot mijn verbazing ging de dinsdag razendsnel voorbij en stond de woensdag al in de rij om in teken te staan van mijn tweede ziekenhuis bezoek. – Gelieve voor uw bezoek een aspirine te nemen, het kan een pijnlijke sessie worden -. Dat hadden ze vorige keer dus niet gezegd en toen was het al behoorlijk overleven in dat kleine Argentijnse ziekenhuiskamertje met die lieve dikke verpleegster.

een inspirerend uitzicht vanuit mijn grot..

Met een stevig ontbijt en het besluit maar twee aspirines te nemen zat ik die woensdagmiddag wederom met Juan in de auto naar het ziekenhuis dat ik nooit zal vergeten. En zoals ik eigenlijk had kunnen verwachten stelde het niets voor. Het verband werd sympathiek verwijdert, de resterende stukken dode huid werden efficiënt weggescheurd, er kwam een zalfje op mijn huilende linkervoet, een doorzichtig - huishoudfolietje – over de zalf en een nieuw verbandje voor de vorm. Geen verschrikkingen en een vriendelijk advies. - Thuis de voeten bloot, zalfje erop en geduldig wachten totdat zich er een nieuwe olifantenhuid zou vormen. Niet te veel lopen en pillen tegen pijn en infecties slikken -. De rest van de week stond in het teken van – zo gezegd, zo gedaan – en voordat het me lief was zat ik dus weer op de bank.

dromen over de mooiste plekken van Buenos Aires..

Gelukkig had ik een overlevingspakket samengesteld van boeken, boxershorts en binair vermaak. Ik begon aan het prachtige boek ‘Extreem luid & ongelooflijk dichtbij’ geschreven door Jonathan Safran Foer. Een vertaling weliswaar. Daardoor niet minder humoristisch, meeslepend en ontroerend. Ik droomde weg in de kamer die ik aan het einde van de week beter kende dan de bewoner zelf. Af en toe dacht ik terug aan het centrum van Buenos Aires dat zoveel verschilde van dit rustige, dorps aandoenende wijkje buiten de – capital federal -. Ik dacht aan alle – cartoneros – van de stad waar ik nog niet eerder over heb geschreven, maar om die reden niet minder typerend zijn voor de stad. Het zijn de geciviliseerde zwervers van de metropool, de sjacheraars van Buenos Aires of hoe je ze ook zou willen noemen. Overdag lopen ze met grote karren door de straten en ’s avonds begint het echte werk, elke vuilniszak op straat wordt opgetrokken. De inhoud van de zakken wordt met precisie gesorteerd en in grote – bigbags – onderverdeeld. Het is een grote bende op de straat, geen enkele vuilniszak wordt ontzien. Er wordt onder andere karton - vandaar de naam cartoneros – en plastic verzameld. Niet alleen zonderlingen, maar soms hele families houden zich bezig met het vuil van de stad. Rond middernacht worden de grote gesorteerde zakken afval opgehaald door vuilniswagens. Op welke manier de – cartoneros – worden betaald is mij onbekend. ’s Nachts zijn het de mannen van de gemeente die de straat aanvegen en het resterende vuil bijeen brengen zodat de stad bij het opkomen van de zon zijn inwoners weer kan toelachen. Sinds de economische crisis in 2001 is het aantal – cartoneros – toegenomen en slapen complete families, waarvan de kostwinner in de vorige eeuw een middenstander was, nu op straat. Ik schud wakker van m’n afdwaling en bezoek de site van het NOS. Ik frons m’n gitzwarte wenkbrauwen bij het zien van het filmpje – Sinterklaas trekt zich niets aan van crisis – waarin de Nederlander benadrukt dat het maar één keer per jaar Sinterklaas is. Deze stad mag dan de meest Europese van Zuid Amerika zijn, het zal nog lang duren voordat de cartoneros hun baan verruilen voor de sorteermachines van - bol.com – die deze dagen overuren draaien zoals te zien is in hetzelfde nieuwsbericht.

De -cartoneros - (foto:flickr.com)

De dagen trokken tevreden voorbij, het lichaam pakte zijn rust en de geest overdacht het leven. Tegen het einde van de week wist de onrust het lichaam binnen te dringen. Met een overdosis aan verzamelde energie en een gebrek aan buitenlucht was het hoog tijd geworden om er weer eens op uit te trekken. De voeten kwamen in het verband en even later voelde ik bij de lokale pizzeria mijn wereld weer wat groter worden. Op de zaterdag pakte ik nog een dagje rust en zondag was het tijd om weer naar – huis – te gaan. Met mijn laptop op de rug en mijn kussen onder de arm stond ik die zondagmiddag op het verlaten treinstation van La Lucila. Ik had het gevoel alsof ik een maand lang in een grot had gewoond en keek met kinderlijke verbazing naar de wereld om me heen. Het voelde goed om weer op eigen benen, dan wel voeten te staan. De zondagavond trok ik voor het eerst mijn schoenen weer aan en ervoer ik de stad als een grote snoepwinkel.

Ook de zondagnacht bood progressie wat een nieuw glanzend huidje op de maandagmorgen opleverde. Op de andere delen van mijn lichaam, zoals armen en benen, hadden zich kraters geslagen. Mijn bruine huid die ik in één middag had aangemaakt keerde zich mij de rug toe. Ik ben als een slang aan het vervellen wat mij binnen een paar dagen wederom een blanke Europeaan maakt. De zon heeft zich om onbekende redenen tijdelijk terug getrokken en met lange broek en jas lijkt het deze dagen wel herfst. Zon of geen zon, blanke huid of bruine huid, het zal mij een zorg zijn nu ik weer fatsoenlijk kan lopen en werken. Als een herboren man trek ik de stad weer in op zoek naar nieuwe verhalen.