De zuid amerikaanse invloeden beginnen zich duidelijk af te tekenen in het dagelijkse ritme. Wat vandaag niet komt, komt morgen. En dus kruip ik een dag later dan verwacht achter m’n computer. De luchtvochtigheid kruipt op, de kerst nadert en 2009 begint te schreeuwen om aandacht.
Een week geleden bezocht ik wederom het ziekenhuis om mijn stralende voeten te showen aan dito personeel. Dit keer zonder Argentijnse vriend aan mijn zijde, gewapend met pen, papier en woordenboek. De boodschap was eenvoudig, het zag er prachtig uit en met de juiste voorzorgsmaatregelen kon ik er weer tegen aan. Opgelucht verliet ik het instituut om vervolgens te bekijken hoe, wat en waar ik ging werken. Met een overmaat aan energie deed ik sollicitaties de deur uit met de hoop zo spoedig mogelijk een nieuwe uitdaging te vinden.
De maand van de deadlines. Zo ook op de universiteit. En daarom rees ik afgelopen week af naar de architectuur faculteit die eveneens onderdak biedt aan grafische vormgeving en mode. Een vierkanten betonnen kolos met een grote vide in het midden. Een plek buiten het centrum, naast het stadion en de snelweg waar duizenden studenten zich ophopen. Ik viel van de ene verbazing in de andere fascinatie en visa versa. Al bij het betreden van de trappen van de faculteit keek ik verbaasd op van alle verkopers die hun spullen aan de man probeerden te brengen. Het waren niet de kettinkjes, maar de enorme hoeveelheden illegale software die mijn Nederlandse klomp deed breken. De nieuwste versies van AutoCad, PhotoShop en Vectorworks werden voor de prijs van twee lege cdtjes verkocht aan de hulpbehoevende student. Opmerkelijk en sympathiek. Ik schiet wat plaatjes en betreed het gebouw. De grote vide over drie verdiepingen is het hart van de faculteit. Banners, posters, tafels, stoelen, papier en lawaai domineren het beeld. De trappenhuizen zijn indrukwekkend voorzien van graffitti, tekeningen en ander studentenwerk. Het is een andere wereld dan ik gewend ben van een universiteit. Ik begin mijn reis langs de studentenprojecten boven in het gebouw en daal langzaam af naar beneden. Een overkill aan maquettes, posters en mensen doen me duizelen. Nog steeds verbaas ik me over het karakter van het gebouw en de manier waarop het wordt gebruikt. Her en der wordt er gerookt tijdens de presentaties terwijl verderop studenten op de vloer in een zee van karton de laatste hand leggen aan hun maquettes. Meer – urban – kan een faculteit bijna niet zijn. De witte tuinmeubels in de vide hebben zo vaak gediend als snijmat dat het reliëf van het tafelblad overal gelijk is. De faculteit is een chaotische bron van inspiratie waarin het moeilijk concentreren is. Ik verlaat het robuuste gebouw en hoor Madonna haar toegift inzetten in het naastgelegen stadion.
Elke aanwezige houdt hoe dan ook van reizen, maar ondanks deze overeenkomst lijkt het gezelschap een doorsnee van de samenleving. Jongens, meisjes, mannen, vrouwen, intellectuelen, idioten, muzikanten, viezeriken, vegetariërs, studenten en ga zo maar verder. En zoals in elke samenleving valt er daarom genoeg te beleven en het nodige te ontwijken. Met een volle maag val ik als een blok in slaap in mijn tentje. Met slaapzak, zonder matje.
’s Morgens word ik uit mijn tent gebrand en begin de dag langzaam. Het is vooral een heel ontspannend weekend gestimuleerd door het heerlijke weer, het ontbreken van een programma en de beperkte oppervlakte van de camping ingeklemd door bos en rivier. Het zijn vooral de mensen die het plaatje inkleuren. Het lijkt een film met hoofdrolspelers en figuranten. Vanaf de zijlijn is het heerlijk analyseren, dromen en genieten. Aan het einde van dag twee zou ik er een boek over kunnen schrijven. Over de verlegen Zwitser die haar ziel bloot legt tijdens een nummer van John Lennon, over de Turk die drie maanden van rijst leefde, over de homofiele Amerikaanse ex-marinier met spierballen als colaflessen of over de verdwaalde Duitse kunstenaar die naar Tokyo vloog. Ieder een verhaal, samen een verhaal op zich. Die avond wordt er pizza gegeten met hetzelfde concept als de dag ervoor. Iedereen levert zijn meegebrachte bloem, kaas en tomatenpuree in zodat de pizzabakkers van de groep ons enkele uren later kunnen voorzien van een perfecte maaltijd. Het detail dat de meeste ingrediënten al een dag voorgebakken zijn in onze tenten lijkt niemand te deren. De tweede nacht is minder ruig dan de eerste waardoor het afwezige luchtbed iets aanweziger is. De laatste dag is het nog warmer dan de dagen ervoor wat een nog langzamer tempo met zich mee brengt. Het opstaan, inpakken van de tent en nagenieten van de eenvoudige camping duurt uren waardoor we pas aan het einde van de middag de boot terug pakken. Het is een lange reis naar huis. Na een boot, een trein, een bus en een wandeling kom ik moe maar voldaan thuis.
Het was een prachtig weekend dat geen garantie bood voor een goede dinsdagochtend dat de spetterende start van de week moest vormen. Ik werd wakker na mijn slechtste nacht in Buenos Aires: beroerd en met lichte koorts. Misschien had ik de kwaliteit van de barbecues toch overschat. Bij de plaatselijke groenteboer kocht ik twee bananen, twee sinasappels, twee kiwi’s en een fles cola verderop. Aan het einde van de middag voel ik me kip lekker en kan ik er weer tegen aan. De sollicitaties heb ik inmiddels ook voorzien van een telefoontje zodat ik misschien deze week nog weet of er binnenkort gewerkt of gereisd gaat worden. Tot mijn verbazing staan de kerstbomen sinds maandag in huiskamers en etalages. Door het naderen van de kerst beginnen mensen sneller te lopen. Cadeau’s worden veilig gesteld en er wordt flink gebufferd voor de zomer. Ik heb geen idee hoe eind december er uit ziet, laat staan 2009, het kan haast niet anders dan dat het een groot feest wordt.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten