woensdag 25 februari 2009

Zigeuner met een muisarm

Het is alweer eind februari, de zomer begint tegen zijn einde te lopen en de Argentijnen beginnen zich te realiseren dat de vakantie bijna voorbij is. Mijn reis rondje door het zuiden van Argentinië rondde ik een week geleden af. Terug in de metropool waar het de uitlaatgassen zijn die je een kleurtje geven in plaats van de stralende zon. Het laatste stuk van m’n reis was fantastisch en slopend. Terug in de stad dacht ik aan het verschijnsel dat je soms vakantie nodig hebt na een lange reis. Ik nam rust en kreeg in plaats van een uitgerust lichaam keelontsteking. Nu ik de rust in lichaam en geest alsnog heb hervonden kan ik eindelijk weer schrijven. Over de luxe van schone kleren, de charme van kamperen, over bossen, meren en mensen. Mijn foto’s zijn ontwikkeld waardoor ik mijn oude blogberichten heb kunnen voorzien van beeldmateriaal, het verlies van camera heb ik gecompenseerd met foto’s van het internet. Een terugblik op het laatste deel van m’n reis.

...

Balansdag

Na drie dagen El Chaltén zonder douche en internet was het in het meer geciviliseerde Esquel heerlijk bijkomen. De vreemde bustijden zorgden voor de tweede keer die reis dat ik m’n tent in het midden van de nacht moest opzetten. Uitgeput plofte ik op mijn niet-meeverende-matje. Ik hoorde het die nacht druppen op m’n tent en maakte me zorgen over de huid van m’n groene huis. De vermoeidheid deed het me vergeten en verder slapen. De ochtend erna bleek mijn donkerbruine vermoeden te zorgen voor een groengele ergernis: m’n tent zat onder het hars. De campingeigenaresse probeerde me gerust te stellen met de vermelding dat alles goed zou komen met een beetje water. Ik knikte vriendelijk en vervloekte haar van binnen hoe ze een camping kon runnen onder een regen van natuurlijk lijm. Met een wilde out-of-slaapzak-look besloot ik het probleem eerst te verhelpen alvorens me te douchen. Het tentje werd verplaatst, er werd een uur geboend en alles leek weer in kannen en kruiken. Waar het niet dat mijn egaal groene tentje nu was verandert in een dubieuze camouflage print. Onder een stralende zon schoot ik in mijn ongebruikte zwembroek om vervolgens met een tas vol vieze reiskleren naar het centrum te gaan. De wasserette zal binnen enkele uren mijn garderobe verversen. Zo kon ik in de tussentijd het contact zoeken met de buitenwereld via het internet. Na dagen van rijst en campinggas zat ik die avond tevreden met mijn schone kleren een pizza te eten die ondanks zijn karton-smaak de kroon vormde op mijn stadse dag. Gezien er weinig te beleven viel in Esquel en het prachtige - Nacional Parque Los Alerces - op steenworpafstand lag, werd het plan gemaakt om de volgende dag door te reizen. Die avond shopte ik een nieuw overlevingspakket bij elkaar. Ik was klaar om terug te keren naar de natuur.

National park los Alerces

Bossen, bomen en bergen

Geroutineerd gooide ik die ochtend de spullen uit m’n tent, klapte ik met Chinese handigheid de koepeltent-stokjes in en stopte ze in het bijbehorende plastic tasje. De tent werd opgevouwen in drie delen en even later onder m’n backpak geknoopt met elastieken in vrolijke kleuren. Het hele pakket aan spullen dat bij vertrek als een blok aan m’n been voelde werd al lang niet meer opgemerkt tijdens het lopen. Mensen keken dan ook vreemd op wanneer ik in de plaatselijke kiosk m’n laatste eten voor onderweg kocht en onbewust de halve winkel vulde zonder me ongemakkelijk te voelen met m’n zichtbaar zware bepakking. Die dag bracht een busje ons naar het nationale park. Ik zit op mijn favoriete plek voorin waar ik de aanwezigheid van het voertuig soms vergeet door zijn grote raam. Ik maak vrienden met de tattoo-boy aan m’n linkerzijde en zijn charmante vriendin met neuspiercing. In het park lopen we met z’n drieën naar de gratis camping om daar die avond te eten, drinken en te slapen. Het water van het meer is drinkbaar, dus loop ik met goede wil en een lege fles naar de waterkant. Een fles vullen bij een beek of waterval is eenvoudig, maar bij een groot meer is de waterkant daarvoor te ondiep. Onhandig probeer ik op m’n bergschoenen er wat van te maken en zie ik naast me een kampeerder met zijn enkels in het water staan die binnen de kortste keren zijn fles heeft gevuld. Ik loop terug naar de tent, krul m’n broekspijpen op, doe m’n slippers aan en keer terug. Een stuk handiger, kwestie van ervaring. Die avond het vertrouwde recept: rijst, vuur, muziek en sterke verhalen. De halve dag Futalaufqen, de naam van dit parkdorpje, is genoeg geweest. We pakken de volgende dag onze spullen om ons door het busje tien kilometer verderop te laten afzetten bij – het groene meer -. De stromende rivier, het groene gras en de loslopende witte paarden maken deze gratis camping een plek om over te dromen. We installeren ons met de groep die inmiddels uit vijf mensen bestaat door de kennismaking met twee zingende Argentijnen de avond ervoor. Na een warme lunch op het kampvuur beginnen we een lange wandeling langs het meer en door de bossen. De trip die zo eenvoudig begon, begint met zijn heuvels, bomen en afwezige paden begint na een uur erg moeilijk te worden. We proberen ons een weg te banen door het naaldbos en zien pas na een uur het pad weer verschijnen. We naderen een bordje van de achterkant, draaien ons om en kijken in de richting van het afgelegde traject, - niet passeren – vermeldt het bordje, we lachen om onszelf en nemen een groepsfoto. Het eindpunt is ‘slechts’ meer van het goede in de prachtige omgeving waar alles groen lijkt, inclusief het meer. We keren terug naar de camping. Ik ga zitten en bedenk me dat ik genoeg natuur heb gezien, tijd om door te reizen naar El Bolson, de hoofdstad van de bacpackers zoals het wordt genoemd. Die avond spelen we gitaar waarmee we concurreren met de muziek van de overburen. De overburen, met zangers die voornamelijk ervaring hebben onder de douche doen me pijn in het hart, evenals hun valse kampvuurgitaren. Ik zie geen andere optie dan m’n tanden te poetsen en te gaan slapen.

Campingbuddies

Woodstock village

Het is al dagen stralend weer, dus kan ik zoals gewoonlijk m’n tentje droog inpakken. Het park gaat verlaten worden om door te reizen naar El Bolson. Met onze packpacks staan we langs de weg te wachten op ons busje. Het echtpaar dat de pendeldienst runt heet ons wederom welkom in het karakteristieke busje van ze. Het vreemde model Mercedes, dat waarschijnlijk alleen officieus op de markt is gebracht, heeft een enorme barst in de voorruit. Op de voorruit zit een microfoon geplakt in een houder van hoogpolig tapijt. Zij draagt een bodywarmer die haar meer op een Oost-Duitse fabrieksarbeider doet lijken dan een halfzus van Maxima, hij draagt een onbedoeld fancy blokjes overhemd en concentreert zich op de onverharde weg. Het opmerken van de duizendste boom en vierendertigste blauwe lucht heeft eigenlijk al lang geen zin meer. Met de naam van een aangeraden camping op m’n hand neem ik afscheid van m’n Argentijnse vrienden. We zullen elkaar de volgende dag treffen in El Bolson, de camping als ontmoetingsplek. Ik reis verder met het busje, stap over op een stadsbus en kom aan op het plein van Bolson. Er is markt en veel bedrijvigheid. Eerste zorg is zoals gewoonlijk de camping. Ik vraag wat na, loop vijf blokken en betreed een minder bedeeld gedeelte van de stad. De onverharde weg en de half afgeronde huizen geven m’n voorhoofd een ongeruste plooi. Ik word begroet door een bruin gebit en vraag me af waar de spotgoedkope camping van vijf pesos zich zal bevinden. Ineens zie ik een tuin omheind door een schutting van afvalhout. Het onafgeronde huis verdwijnt achter de aanblik van een twintigtal tenten op een stuk grond van nog geen vijftig vierkante meter. Voor een tuin is er bijzonder weinig groen en voor een camping belachelijk veel was. Ik vraag na of ik op camping –Marcella- ben en krijg van de eigenaresse, die dezelfde naam draagt als de camping of andersom, een vriendelijke bevestiging van mijn vraag. De twee tanden die haar mond sieren maken het hele plaatje er niet veel vrolijker op. Terugdenkend aan de situatie begrijp ik niet waarom ik toch ben begonnen mijn tentje uit te pakken. Met tegenzin begon ik m’n tentje op de enige beschikbare plaats te installeren. Ik dacht slechts aan de afspraak om hier mijn vrienden te ontmoeten en probeerde zo goed en kwaad als het ging m’n haringen in de grond te slaan. Het was onmogelijk. Pas na een kwartier kwam ik eindelijk tot het inzicht dat het geen goed plan was om te kamperen in een gebied dat eerder de titel sloppenwijk krijgt dan die van camping. Na dat besef wist ik niet hoe snel ik weg moest komen. Ik rolde m’n tent zo snel op dat hij niet in m’n hoesje paste en verliet de camping. Eenmaal terug in het centrum voelde ik me meer dan opgelucht en zocht ik alsnog een normale camping. Twee uur later stond ik weer op het plein. M’n tent was geïnstalleerd op een camping in een ontwikkeld gebied van de stad en ik had eindelijk weer eens van een fatsoenlijk toilet gebruik kunnen maken. Het plein betrof een grasveld dat werd gemeubileerd door een band en een overmaat aan hippies en zag eruit als de Argentijnse versie van Woodstock. Met een H&M spijkerbroek en T-shirt zou je hier een revolutionair zijn tussen de oneindige dreadlocks, Bob Marley truien en zelf gevlochten armbanden. Een goede plek om te ontspannen en te genieten. Na een tijdje ben ik moe en keer ik terug naar de camping.

Toost op de natuur

Ik steek m’n hoofd uit de tent en kijk een bruinkleurige vogel recht in zijn ogen. Hij maakt een scherp geluid dat lijkt te passen bij z’n dertig centimeter lange snavel. Ik ben er wakker van geworden en zie dat hetzelfde geldt voor de overbuurvrouw die me vriendelijk toelacht met haar ogen die nog slapen. Een douche en een paar schone wandelsokken maken me klaar voor vertrek. Ik zal de – Cajon del Azul – bezoeken. Een diepe bergkloof gevuld met water. Ik sla een lunch in en verlaat het dorp met een stadsbus. Dertig minuten later komen we aan bij het startpunt van de wandeling. Fris en enthousiast begin ik flink te stappen. Na een uur spring ik van steen naar steen om een rivier over te steken. Wanneer ik de overkant bereik zie ik een touwbrug vijftig meter verderop en lach. De zijtak van het schilderachtige beekje moet eveneens worden overgestoken, deze keer mét brug. De lange touwbrug doet denken aan een uit een strip. Een wiebelende brug waarvan stukken hout missen zodat je soms grote stappen moet zetten. Het is een plaatje. Ik pak m’n fototoestel, draai m’n rolletje naar het volgende negatief en schiet. Ik zet m’n toch voort door bossen, langs beekjes en heb zo af en toe prachtige uitzichten over het landschap. Een heerlijke wandeling die me met zijn niveauverschillen flink doet zweten in de zon. Ik pak een steil trapje en passeer een hoekig stuk berg. Iets meer dan twee uur later bereik ik de bergkloof gevuld met helderblauw water. Het ziet er mooi uit, maar weet me niet echt te roeren. Na zoveel natuur lijkt iets kleins als dit weinig indruk meer te maken. Ik zet de wandeling nog een klein stukje voort om uit te rusten bij het hostel en de camping die zich hier hebben gevestigd. De groene weide met schapen die hieraan vooraf gaat is idyllisch en de paarden die voor het hostel staan te wachten lijken er voor gemaakt. Ik sluit het hek, zoals verzocht in twintig talen. Ik betreed het prachtige houten gebouw en wordt vriendelijk verwelkomt door het personeel. Ik krijg een typisch Argentijnse – mate – van het huis aangeboden. Ik ga zitten, drink en droom weg. Ik schrijf in m’n schetsboek en rust uit voor de terugreis. Een prachtige plek om de nacht door te brengen, maar helaas heb ik er een dagtrip van gemaakt. Ook de terugreis weet ik flink door te stappen. Bij het beekje met z’n touwbrug hoor ik Jazz uit het naastgelegen café komen. Het gouden licht van de zon na zessen doet me besluiten het lokale bier te proeven. Een fris, wit biertje dat de zomeravond recht doet. Volgens de flyer bereid volgens Duitse traditie. Tijd om terug te keren naar het dorp. Met enkele – instant friends – deel ik een taxi terug. Ik ontmoet m’n oude vrienden van het nationale park, zoals vermoedt niet op de afgesproken camping; ze waren hard weggerend bij de aanblik van de ‘achterwijk’ en konden niet geloven dat ik er de nacht had doorgebracht. Gelukkig was dit ook niet het geval. Die avond was het weer het vertrouwde concept: koken, eten, drinken, muziek en mooie verhalen. Het was onze laatste nacht in Bolson. Ik loop voldaan terug naar m’n eigen camping wanneer de elektriciteit uitvalt. Ik voel me licht ongemakkelijk met de kapotte straten en bijbehorende zwerfhonden maar weet m’n weg goed te vinden bij het licht van de volle maan. De dag erna loop ik over de markt vol handgemaakte producten waaronder sieraden. Het aanbod ziet het er mooi uit en ook de verkopers kleden in hun kleurige kleren het plaatje mooi aan. Zo proberen de hippies hun eigen gebakken brood op de plank te houden. Wanneer ik terug kom op de camping pak ik met tegenzin m’n tent in. Niet vanwege het verlaten van Bolson, maar het in- en uitpakken van m’n spullen lijkt even genoeg geweest te zijn. Enkele uren later verlaat ik het hippiedorp om met de bus naar het stedelijke Bariloche te reizen.

Touwbrug

Europees Argentinië

In de bus naar Bariloche blijft de natuur om me heen schitteren met zijn bergen en meren. Bariloche en omgeving is een geliefde plek in de winter om te skiën en te snowboarden. Eenmaal aangekomen in de busterminal bel ik de nicht van een vriendin, bij haar zal ik kunnen logeren. De taxi naar haar huis dient naast praktisch vervoer eveneens als eerste excursie waarbij ik de sfeer van de stad kan proeven. Met zijn robuuste houten huizen en grijze steen uit de bergen doet de stad meer denken aan Zwitserland dan aan Argentinië. De geschiedenis van Europese immigranten verklaart hierbij alles. Uitgeput kom ik aan bij haar huis, even buiten het centrum. Nog geen half uur later sta ik op een lokaal verjaardagsfeestje met uitzicht over het enorme meer, dat het hart vormt van het Nahuel Huapi park. Het gebouw dat volledig is opgetrokken uit boomstammen lijkt een opgeblazen versie van een après-skihut. Er is weinig eten en veel drank. Het ongemakkelijke begin van het feestje heeft dan ook slechts twee uur nodig om gecompenseerd te worden met slechte muziek en vrolijke, dansende mensen. Het contrast tussen de in jurken gehulde vrouwen is traditioneel groot met de aan de kant staande – bergmannen –in hun geruite overhemden. Ik val die nacht als een blok in slaap, verwend door een matras dat ik al weken niet meer heb gevoeld. De strijd tussen de stadsmens en de hippie in me is met eenvoud gewonnen door de eerste. Na een heerlijke nacht ontbijt ik met mijn nieuwe elfjarige vriend, het zoontje van de gastvrouw. Samen pakken we de bus naar de stad zodat ik de toerist kan uithangen. De Sint Bernard reddingshonden staan op het plein met hun vaatjes aan de hals om gefotografeerd te worden door bussen vol toeristen en auto’s vol families. Ik verken de stad en voel me moe. De wereld van afritsbroeken, fotocamera’s met storende stickertjes en lonely-planet-boeken lijkt genoeg te zijn. Ik krijg weer zin en vooral energie om terug te gaan naar de echte stad. Om op te gaan in het lawaai van de stad en het zweet van de massa. Ik pak de bus terug en doe me thuis te goed aan mate en chocoladecake. Een boek en m’n schetsboek doen me wegdromen over andere plekken, mensen en werelden. ’s Avonds kijk ik DVD’s en hang ik op de bank alsof ik er al jaren woon.

Bariloche

Buenos Aires

Die zaterdag koop ik mijn busticket naar de hoofdstad. De tas wordt ingepakt, ik knipoog naar Bariloche en beloof terug te komen voor een waardiger bezoek dat de stad toekomt. Ik probeer m’n bus te vinden in de overvolle terminal die ruikt naar zweet en hotdogs. De tas in het laadruim, m’n gitaar op het bagagerek en ik in de zachte stoel die ’s nachts als half bed zou dienen. Een reis van twintig uur met een slechte variant op vliegtuigvoedsel, krakende speakers en slechte films. Het idee van de metropool stemt me vrolijk, het lezen van m’n boek nog meer. Een halve dag later zie ik op de zondagmiddag de natuur verdwijnen die plaats maakt voor de aanblik van de stad. Achterwijken, hoogbouw, snelwegen en verkeerschaos. Aan de contrasten van Buenos Aires wordt ik direct herinnert: zo’n tien minuten voor aankomst rijden we langs een van de populairste sloppenwijken van de stad, in de luxe touringcar voel ik me als een ramptoerist in een oorlogsgebied. Het warme weer met zijn hoge luchtvochtigheid slaat bij het verlaten van de bus direct op m’n gezicht. Met m’n grote backpack op de rug en m’n rugzak op de buik loop ik vertrouwd naar het treinstation in de stad die ik inmiddels zo goed ken. Mijn goede vriend Juan ontvangt me in zijn huis in het rustieke San Isidro, net buiten de stad. Zijn geairconditioneerde huis met royale tuin, deze keer met gras, is een fijne haven om thuis te komen.


Enkele uren na mijn ontspannen en vreugdevolle terugkomst denk ik aan praktische gebreken. Ik realiseer me dat ik dakloos ben, geen werk heb en geen concrete plannen voor de komende dagen, weken en maanden. Het is fijn om terug te zijn in de stad, er moet echter worden gewerkt aan enige vastigheid om houvast te bieden aan mijn Zuid-Amerikaanse leven. Als zigeuner leefde sliep ik weken op de meest verschillende plekken met soms niet meer dan de natuur en mezelf. Ik leerde hoe gedroogd fruit je lichaam sterk houdt, maar de stoelgang ongewenst bemoeilijkt. Eenmaal terug in de stad maak je dan met verassende vanzelfsprekendheid gebruik van alle middelen waar je over beschikt. Na een lange reis langs uitgestrekte vlaktes, meren, bossen, pinguïns, gletsjers, dolfijnen en bergen heb je zo aan het einde van de eerste dag terug in de stad last van een muisarm. Tekenend voor het gevaar van de moderne wereld. Ik kijk uit om Buenos Aires weer onveilig te maken en nieuwe plannen te trekken. Dit proces is al in volle gang en zal binnenkort in geuren en kleuren worden beschreven.

zaterdag 7 februari 2009

Overweldigend Argentinië

¨Zonder woning zou de mens een verknipt wezen zijn. Ze behoudt de mens bij het onweer uit de hemel en bij het onweer van het leven. Ze is lichaam en ziel. Ze is de eerste wereld van het menselijk wezen. Alvorens ‘in de wereld geworpen te worden’ zoals de haastige metafysici verkondigen, wordt de mens neergevlijd in de wieg van het huis. En nog altijd is het huis in onze dromerijen een grote wieg.¨ - Gaston Bachelard

Dit huis wat niet meer dan een dakje boven je hoofd betekent is in mijn gevel een legergroen koepeltentje. Na een weekje langs de oostkust te hebben gereisd begon ik er langzaam aan te wennen. Als een zigeuner werd het tentje opgezet om overal tijdelijk twee vierkante meter Argentinie toe te eigenen. Een nachtje slapen, de spullen bij een en verder. Alle indrukken, busreisen en nieuwe mensen vallen steeds makkelijker op hun plek, dus zit ik met een brede grijns in het internetcafe van Esquel. Wederom weer veel gedroomd, geleerd en gezien. Alweer twee weken geleden dat ik schreef. Ik stroom over van verhalen en ga op deze rustige zaterdagmiddag er eens goed voor zitten om te bloggen.
Ushuaia (foto:flickr.com)
Het einde van de wereld
Na het verlaten van het rustieke Piedras Buena begon de lange reis naar Ushuaia, het zogenaamde einde van de wereld. Ik dommel weg in het vertrouwde blauwe pluche van de touringcar. Om 6:00 schrik ik wakker, we zijn al in Rio Gallegos en dat betekent een overstap. Het is koud en het waait. Het logische gevolg van afreizen naar het zuiden. Tussen de toeristen en families wacht ik twee uur op mijn bus naar Ushuaia. Ik gooi m´n backpack routineus in het laadruim en neem plaats naast de Boliviaanse familie. Als je het zuidelijke deel van Argentinië op de kaart bekijkt zul je begrijpen dat een reis naar Ushuaia gedeeltelijk door Chili gaat. Een ware bottleneck in het traject. De eerste stop betreft de Argentijnse douane. De tweede stop de Chileense politie voor het betreden van Chili, de derde stop voor het verlaten van dit uitgestrekte land en de vierde stop voor de terugkomst in Argentinië. Lange rijen, bureaucratie, onlogische systemen, chagrijnige buschauffeurs en geirriteerde touristen.
De overtocht in Chili
Ik ben blij wanneer het vier uur later allemaal achter de rug is. Het uitgestrekte land met de half verharde wegen doet triest aan met de regen die tegen de ramen slaat. Een uur voor aankomst transformeert het landschap. Er doemen bergen, meren en bossen op. De hele bus grijpt naar z´n fototoestel en glimlacht breed. Het landschap met onder andere zijn besneeuwde bergtoppen is fascinerend. Langs kronkelwegen dalen we langzaam af naar Ushuaia dat zich bevindt aan de voet van de berg. Een schilderachtig havenstadje met een enorm cruisseschip in de haven. Hoewel het al schemert is ben ik uitzinnig over mijn aankomst. M´n backpack op de rug, m´n rugtas op de borst en als een verloren toerist even door het centrum lopen om een plan te trekken. Ik pak een taxi en laat me naar de lokale camping rijden. Via hellende straten rijden we enkele kilometers omhoog en kom ik aan op de camping met uitzicht over de stad. De vriendelijke eigenares wijst me naar een plek en na een slopende reis zet ik energiek m´n tent op. Wanneer ik mijn gegevens laat noteren tref ik een Nederlander in het houten campinggebouw. Sterke verhalen met een biertje. Dan mijn warme slaapzak in, die ik hier in het zuiden nu hard nodig heb.
foto van de camping, met uitzicht over Ushuaia
Ushuaia staat bekend om vier klimaten per dag. Dus is het niet meer dan gewoon dat ik uit m´n tent gebrand wordt door de zon, met regen terugloop van de douches en met bewolking afdaal naar het centrum. Wat een omgeving, wat een rust, wat een schoonheid. Ik loop door de hoofdstraat en oriënteer me op een nieuw cameraatje. Het wordt een simpel analoog toestel. Dit betekent de komende weken helaas alleen tekst. Lang leve de verbeelding! ´s Middags ontmoet ik de zweedse jongen en het spaansje meisje dat ik de dag ervoor heb leren kennen in de bus. Alleen reizen heeft zo z´n voordelen door de talloze mogelijkheden van instant friends zoals je het zou kunnen noemen. Met een tas vol boodschappen om de dag door te komen beginnen we onze toch richting de gletsjer. Dit betekent van het centrum terug naar de hoger gelegen camping dat in de wintermaanden een skiclub is. Vandaar de skilift bij de berg omhoog, die op dit moment van het jaar groen en grassig is. Een steile klim die om de vijf minuten een steeds mooier uitzicht over de stad oplevert. Boven op de berg lopen we door het bos dat net zo goed in de Ardennen had kunnen liggen. Het laatste deel van de tocht is er de mogelijkheid om een lift te nemen. Ik heb de pas er goed inzitten en spreek af met het stel om elkaar boven op de gletsjer te treffen gezien zij wel gebruiken van de kabelbaan. Of het mijn snelheid was of hun tegenzin om na de lift nog verder te lopen weet ik niet, ik heb ze in ieder geval niet weer gezien. Met twee engelse jongens loop ik door tot aan het ijs en de sneeuw. Het eerder die dag verwisselen van mijn Allstars voor een paar stevige wandelschoenen blijkt bittere noodzaak tijdens deze zware en uitputtende tocht. We schieten een paar foto´s en nemen de weg terug naar het dorp. De - Milanesa Completa -, een grote sandwich met vlees en ei gaat er bijzonder goed in. Met blaren op de voeten in m´n te nieuwe schoenen loop ik zigzagggend omhoog naar de camping. M´n slaapzak in, m´n voeten bevrijd, rust.
Vuurland (foto:flick.com)
De wekker piept om half zeven. Ik ben Nederlander genoeg om voor gratis entree vroeg uit m´n bed te gaan. Samen met een Belgisch koppel nemen we halfslapend een taxi om voor achten het nationaal park - Tierra del Fuego - te bereiken. Onze vroege aankomst in het park levert een oase van rust op die genieten is met de ochtendzon en het verfrissende windje. Ik ben de eerste tourist die een stempel komt halen in zijn paspoort. - 29 januari 2009, fin del mundo, Ushuaia - neemt nu een hele bladzijde in van mijn wijnkleurige Nederlandse paspoort. Het bewijs dat ik aan het einde van de wereld was in het gedeelte van Argentinie dat Vuurland wordt genoemd. Blauwe meren, groene bossen, besneeuwde bergtoppen en mossige paadjes. Het is de schoonheid van de natuur die hier uitgebreid feest viert. De eindeloze tinten grijs, blauw, groen, rood en geel geven het park op waanzinnige wijze kleur. We staan ineens stil, vijf wilde paarden staan op het pad dat we bewandelen. Het lijkt wel een sprookje. Af en toe regent het zachtjes en komen we her en der wat touristen tegen. We warmen ons aan de openhaard van het restaurant dat in het midden van het park ligt. Het regent flink, de lol sijpelt langs ons gelaat. Als we het eiland bereiken breekt de zon weer door. Fantastisch, het landschap straalt weer. Foto´s maken, in het gras liggen, appeltje erbij. De Belgen doen de omgeving aan Lord of the Rings denken, misschien een een betere verwoording dan al die zinnen waarmee ik het park mee probeer te omschrijven. Van Buenos Aires volgde ik duizenden kilometers van de autoweg - RN 3 -. Deze weg loopt door in het park en eindigt na meer dan drieduizend kilomter bij het zoveelste bordje - fin del mundo -. Wanneer wij aankomen bij het echte einde van het park, de Ruta 3 en dus het zogenaamde einde van de wereld stormt het. Het waait, regent en is het koud. Het lijkt onderdeel te zijn van dit plekje op de aarde en ik zal het dan ook niet anders herinneren, niet is natuurlijk minder waar. In het taxibusje terug naar de stad warmen we weer op en genieten na van de dag vol natuur en verschillende weersomstandigheden. Morgen een rustdag, aldus m´n voeten. Ook op de camping heeft het flink geregend en dus wordt het een koude nacht. Ik kruip volledig in m´n slaapzak, slechts het puntje van m´n neus is te zien als blijk van mijn aanwezigheid.
De rust en ruimte in het park (foto:flickr.com)
De zon straalt op mijn laatste dag Ushuaia. Dat is fijn, want zo kan ik mijn tentje droog inpakken. Ik maak een praatje met de Groningers die naast me staan. Bijzonder om het over de - Vera - te hebben terwijl je op een camping in het meest zuidelijke puntje van Zuid Amerika bent. De spullen staan klaar om die nacht te vertrekken naar Calafate. De rest van de dag schrijf ik in mijn schetsboek om de verhalen op papier bij te houden, een kaartje op de bus voor de familie en een overlevingspakket voor in de bus. Het wordt een lange avond gezien ik pas om vijf uur vertrek. Samen met de vriendelijke Engelsen maak ik een Asado met de barbecue van de camping. Een gehalveerd olievat dat na een uurtje voorbereiden de ideale gril is voor het ingeslagen vlees. Een verukkelijke maaltijd dat wordt bekroond met een lekker flesje wijn. Ik speel nog wat gitaar en maak me om vier uur klaar voor de afdeling naar het centrum. M´n huis op de rug en lopen maar. De bus vertrekt verbazingwekkend precies om de vijf uur. Eindelijk slapen. Gelukkig zit de bus slechts halfvol waardoor alle douane- en politiepunten iets sneller kunnen worden gepasseerd. Desallniettemin weer vijf formulieren en vier het paspoort op een balie. Wanneer we de veerpont in Chili nemen staan we met z´n allen evenals de heenreis weer op het dek om de zwartwitte dolfijnen van het meer te bekijken. Razendsnel schieten ze onder de boot door. Uren laten komen we aan in Rio Gallegos. Het punt waar ik met een pauze van twee uur de bus verwissel naar Calafate. Ik schiet een internetcafe in om m´n blog te updaten. Te veel te vertellen, het gaat niet lukken. Ik kom niet verder dan wat essentiele digitale aantekeningen. Wederom val ik in slaap in de bus, zo reis ik halfslapend door Patagonie terwijl ik honderden kilometers afleg. Tegen tweeen open ik het hek van de camping en plant ik stilletjes m´n tent op het kleine veldje. Het is niet de duisternis, maar de hond van de camping die het opzetten van m´n tentje bemoeilijkt. Als ik terugkom van het toiletgebouw beweegt m´n tent. Het is de viervoeter en niet ik die als eerste mijn slaapzak vindt. Ik duw hem uit m´n tent en val in slaap.

Natuurgeweld
Ik schrik wakker. Diep geslapen op een camping die ik niet ken. Ik meld me aan bij de receptie en ontdek de grote gezamenlijk keuken. Dat wordt dus een goede maaltijd die avond. Het super toeristische dorp is duur en gefocust op slechts een attractie, de Perito Moreno. Een reusachtige gletsjer die per dag twee meter verplaatst. De huizen zijn bekleed met halve boomstammetjes en dikke lagen lak. Naast de gletsjer is het ook het huis van de president die de aandacht vestigt op dit Argentijnse dorpje. Ik ontmoet twee Duitsers die een auto huren om naar de gletsjer te rijden. Ik kan meerijden, dat bespaart me een busje vol gestresste touristen. Aangekomen bij de gletsjer volg ik het voorbeeld van de gemiddeld tourist en laat ik m´n kin hard op m´n knieen vallen van verbazing. De gletsjer is een ijzig monster dat zicht uistrekt tot ver achter de bergen. Het lijkt oneindig ver door te gaan. Grote stukken ijsen breken af die onder luid kabaal in het water vallen. Een waanzinnig en uniek schouwspel van de natuur. Ik vergaap me lange tijd aan de Perito Moreno. De eindeloze loopbruggen vol met toeristen schieten foto´s en weten zich moeilijk stil te houden. Het beperkt de lol een beetje. Aan het einde van de middag reizen we af naar uitgestorven uitkijkpunt dat meer recht doet aan zijn omgeving. De duitse jongens brengen de nacht door in het park, dus ben ik aangewezen op een lift. Met een groepje Argentijnse vrouwen in een grote auto ben ik gelukkig snel terug in het dorp. Ik maak me zelf een goede pasta en besluit de volgende ochtend te vertrekken gezien ik de enige attractie van het dorp nu gezien heb.
Perito Moreno
Meer natuurgeweld
Ik en m'n analoge camera
El Chalten
De lift terug gisteren heeft me goede moed gegeven, dus besluit ik dezelfde truc nogmaals uit te halen naar m´n volgende bestemming. Met frisse moed loop ik naar het dichtstbijzijnde pompstation. De pompbediende verwijst me door naar de ingang van het dorp waar ik meer kans schijn te maken op een lift naar het driehonderd kilometer verderop gelegen El Chalten. Een Argentijn staat z´n tuintje te besproeien en ziet me staan. Ik maak een praatje en krijg te horen dat ik m´n liftkansen nogmaals kan vergroten door naar de echte entree van het dorp te lopen. Een politiepunt drie kilometer buiten het centrum waar alle auto´s even stil staan. Ik loop in de brandende de zon met volle bepakking langs de autoweg op zoek naar de ideale liftplaats. Bezweet kom ik aan bij oomagent die me verbaasd aankijkt. Vriendelijk vraag ik de mensen een lift, maar heel succesvol ben ik niet. De dag is een stuk rustiger dan verwacht. Auto´s met tussenpozen van een kwartier doen me de moed lichtelijk in de bergschoenen zakken. Na enkele uren komt er een bus langs naar mijn bestemming. De politieagent vraagt of ik mee wil, ik antwoord niet te beschikken over een busticket. Voor 50 pesos mag ik mee, wat een korting van 20 pesos betekent. Ik besluit de mogelijkheid te pakken om het liftidee minder avontuurlijk af te ronden dan gehoopt. Rond zessen komen we aan in het schilderachtige El Chalten. Een prachtig dorp, ingesloten door hoge bergwanden, met de Fitz Roy als continue achtergrond. De plekken lijken steeds mooier te worden. Het is het sympathieke informatiecentrum van het park, de gouden gloed van de zon en de charmante gratis camping die me direct op m´n gemak doen voelen. Tentje op en de stad verkennen. Tientallen mensen komen net terug van hun trekkings in de bergen. Een dorpje van waaruit de prachtigste wandelingen kunnen worden gemaakt en om dezelfde reden veel sportievelingen trekt. Ik zoek de goedkoopste supermarkt en orienteer me op regenkleding voor mijn eigen trekkings. Alles is dubbel zo duur dan in Buenos Aires en er wordt flink gebouwd. De charme die Calafate had verloren door z´n overkill aan toerisme lijkt op deze plek binnen korte tijd ook te worden verjaagd. De gratis camping heeft geen licht waardoor velen na het ondergaan van de zon hun tentje inkruipen. Ik volg dit voorbeeld om ´s morgens fris te kunnnen beginnen aan m´n eigen avonturen in de bergen.
El Chalten
De onbeschrijvelijke vallei, hoogtepunt in Chalten
Meer impressies van m'n eerste trekking:
Ik rol uit m´n slaapzak, trek m´n wandelschoenen aan en bereid me voor op een lange dag. Snel koop ik een busticket voor m´n vertrek later die week en huur ik de aanbevolen regenkleding. Als eerste wandeling pak ik direct de klapper, een tocht naar de hoogste berg van de omgeving, de overweldigende Fitz Roy. Na een uur lopen heb ik al mijn eerste waanzinnige uitzicht. Een groen vallei met meren, rivieren, koeien en rotswanden. De woorden tijdens het bloggen beginnen nu echt te kort te schieten om dergelijke plekken nog enigzins te kunnen omschrijven. Ik kom niet veel verder dan de referentie van een vallei in de kinderfilm - Platvoet - die ik meer dan tien jaar geleden zag. De foto´s houd u tegoed. Ik wandel verder en passeer de prachtigste stukken natuur. Bossen, vennen, vlaktes, bergen, heuvels, paadjes en riviertjes. Het is een feest en een absoluut hoogtepunt in mijn reis. Geen storende railingen, touristen en informatiebordjes, slechts pure natuur. Het laatste en meest zware deel van de toch tref ik een overmaat aan Europeanen die in dit dure Argentijnse dorp hun euro´s komen uitgeven. Een pessimistische boer uit Nederland medt me uitgeput dat alles wat ik tot nu toe gelope heb, inlopen betrof. Een flinke klim volgde. Een stenig berg doet me flink zweten. Bovenop trek ik gauw me jas aan om de frisse wind rond me lichaam te weren. Grote temperatuurverschillen in de bergen. Het ene moment zweet je in een T-shirt, het andere moment sta je met een trui en twee jassen. Het groen meer, de Fitz Roy en de waterval zijn de vier uur durende klim meer dan waard geweest. Ik tref twee studenten uit Nederland. Studentikoos met grote verhalen en lachwekkende praatjes. Zo herkenbaar. Ik loop samen met ze terug en uitgeput komen ik aan in het centrum. Dit keer geen gezamenlijke keuken op de camping, dus komt het gaspitje uit de tas. Het heerlijke zakje knorr Chinese rijst in m´n kleine pannetje voelt zich als een vis in het water. Met wat gedroogde vruchten weet ik een heerlijke maaltijd neer te zetten. M´n Spaanse buurman die me had geholpen met een geimproviseerd windscherm voor m´n pitje, komt een stukje chocola brengen: - hier, je toetje -. Het geluk van de camping. De volgende dag maak ik een soortgelijke wandeling door het adembenemende gebied. Ik kom aan bij het uitzichtpunt en schiet wat foto´s met m´n analoge Kodak toestel. Het einde van de middag moet ik het rolletje vervangen, nu al benieuwd of het wat is geworden. Bij terugkomst in het dorp ben ik na twee dagen flink wandelen kapot. Hetzelfde pannetje dient nu voor een pasta en met een flesje wijn en Argentijnse overbuurvrouwen is het een heerlijke avond. Een gitaartje en de halve volle maan maakt het decor nagenoeg volmaakt.
Impressie 2e trekking:
De laatste dag Chalten is het tijd voor rust en bezinning. Een korte wandeling staat op het programma. Na twee uur kom ik aan bij een prachtige waterval. Het rustgevende geluid van het water doet me zachtjes wegdommelen in de stenen bedding. Met nieuwe energie klim ik bij de berg omhoog zodat ik uitzicht heb vanaf de top van de waterval. Een ideale plek om m´n reisaantekeningen bij te werken zodat het bloggen enigzins wordt vergemakkelijkt. Deze plek is waanzinnig, rustgevend en wondermooi. Ik heb het geluk gehad drie dagen zon te hebben gehad zodat m´n regenpak ongebruikt weer kon worden ingeleverd. Met een meer dan tevreden gevoel stap ik ´s avonds in de bus. Ik zal richting het noorden reisen over de Ruta 40. De halfverharde weg zorgt voor een lange reistijd. Deze reis van El Chalten naar Esquel zal maar liefst 26 uur duren. De nachten zullen weer warmer worden, de dagen zwoeler.
Op de top bij de waterval
De ruta 40 richting Esquel (foto:flickr.com)